Unit 4 lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: Unit 4 Lesson 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

- Pak je Engels boek, maar hou deze nog even dicht.

- Pak je ipad en ga naar lesson up.

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel

Lesdoel:
- Je kunt bepalen wat de informatie behoefte is.

- Je kunt verschillende soorten standaardbrieven begrijpen. 
- Je kunt nuttige informatie vinden en begrijpen uit brochures en korte officiële documenten. 

- Je leert de grammatica van 's of s' en or/of.

- Je leert de grammatica over de onregelmatige werkvormen in de past simple. 

3. Mini-check

Irregular verbs:
past simple van 'feel'

irregular verbs:
the past simple van 'eat'

Irregular verbs:
the past simple van 'ride'

fill in 's, ', or ... of ...
_________(that athlete / jumps) were amazing!

1. that athletes jumps'
2. that jumps of the athlete
3. that athlete's jumps
4. that athlete' jumps's

fill in 's, s', ....of.....
(hill/top)

The landmark is on the______________ .

1. The landmark is on the hill's top.
2. The landmark is on the top's hill.
3. The landmark is on the top of the hill.

fill in: 's, s', ....of.....
(my parents/ car)

....................... is brand-new.

1. My parents's car is brand-new.
2. My parents' car is brand-new.
3. The car of my parents is brand-new.

4. Instructie

5. Begeleid inoefenen

Doorloop samen de opdrachten van lesson 1. Kijk goed naar de verschillende opdrachten en bespreek waar je de verschillende informatie, zoals de vocabulary kunt vinden. 

6. Zelfstandig werken

Maak opdracht  1 t/m 12 op blz. 9 t/m 18

7. Evaluatie

Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

Irregular verbs:
past simple van 'feel'

irregular verbs:
the past simple van 'eat'

Irregular verbs:
the past simple van 'ride'

fill in 's, ', or ... of ...
_________(that athlete / jumps) were amazing!

1. that athletes jumps'
2. that jumps of the athlete
3. that athlete's jumps
4. that athlete' jumps's

fill in 's, s', ....of.....
(hill/top)

The landmark is on the______________ .

1. The landmark is on the hill's top.
2. The landmark is on the top's hill.
3. The landmark is on the top of the hill.

fill in: 's, s', ....of.....
(my parents/ car)

....................... is brand-new.

1. My parents's car is brand-new.
2. My parents' car is brand-new.
3. The car of my parents is brand-new.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?