ON H6 elektriciteit

Afspraken
Telefoon in je tas
Spullen bij en op tafel


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Afspraken
Telefoon in je tas
Spullen bij en op tafel


Slide 1 - Slide

Lesplanning
0 min    
2 min    Uitleggen doelen deze les
5 min    Theorie uitleg
15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje

Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Filmpje
Klassikaal
Quizz
Klassikaal
Practicum serie /paralell
Zelfstandig
Alle opgaven hoofdstuk afmaken 6.1-6.4
Samenwerken
Afsluiting
Klassikaal
Lesplanning
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stroomkring
  • Gesloten
  •  Geleider
  • Isolator
  • Voeding / batterij / accu
  •  Belasting / toestel
Bouw het volgende schema na:

Slide 4 - Slide

Stroomkring
  • Gesloten
  •  Geleider
  • Isolator
  • Voeding / batterij / accu
  •  Belasting / toestel

Slide 5 - Slide

Quizz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Een geleider is...
A
een stof die elektriciteit niet doorlaat
B
een stof die elektriciteit doorlaat
C
een stof die elektriciteit niet opwekt
D
een stof die elektriciteit opwekt

Slide 8 - Quiz

Een Isolator is...
A
een stof die elektriciteit niet doorlaat
B
een stof die elektriciteit doorlaat
C
een stof die elektriciteit niet opwekt
D
een stof die elektriciteit opwekt

Slide 9 - Quiz

Bij een gesloten stroomkring, dan kan
A
een lampje branden.
B
een lampje altijd kapot gaan.
C
er niets gebeuren.
D
de schakelaar openstaan.

Slide 10 - Quiz

Wat is stroom?
A
Ampere
B
Hoeveel Volt ergens over staat.
C
Hoeveel deeltjes er per seconde ergens langs gaan.
D
De hoeveelheid elektrische energie.

Slide 11 - Quiz

Hoeveel groepen heeft deze installatie?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 12 - Quiz

Wat is de spanning?
A
27 V
B
13 V
C
2,7 V
D
3 V

Slide 13 - Quiz

Wat is de spanning?
A
8,0 V
B
15 V
C
0,8 V
D
4,0 V

Slide 14 - Quiz

Welk onderdeel in de meterkast meet het verschil
tussen uitgaande en inkomende stroom?

(Klik op de afbeelding voor een vergroting)
A
Elektriciteitsmeter
B
kWH-meter
C
Hoofdschakelaar
D
Aardlekschakelaar

Slide 15 - Quiz

Bij kortsluiting........
A
zijn er teveel apparaten op dezelfde groep aangesloten
B
gaat de stroom direct van + naar -, zonder apparaat ertussen
C
Is de stroomdraad te kort om goed te kunnen geleiden
D
is de stroomkring een heel korte tijd gesloten

Slide 16 - Quiz

Is dit een open of gesloten stroomkring?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring

Slide 17 - Quiz

Wat is de spanning?

A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 18 - Quiz

Wat is de totale spanning, als de spanning van een batterij 9V is?
A
0V
B
9V
C
18V
D
27V

Slide 19 - Quiz

Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij)
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V

Slide 20 - Quiz

Wat is GEEN onderdeel van de huisinstallatie?
A
kWh-meter
B
Stopcontact
C
Telefoonoplader in la
D
Groepenkast

Slide 21 - Quiz

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 22 - Quiz

Wat doet een aardlek schakelaar
A
stroom weg lekken
B
uit gaan als er stroom weg lekt
C
aan schakelen als er stroom gevraagd wordt

Slide 23 - Quiz

Wat zou er kunnen gebeuren als je lekstroom hebt, maar GEEN aardlekschakelaar
A
de stroom wordt uitgeschakeld
B
het apparaat gaat kapot
C
je komt langere tijd onder stroom te staan
D
je krijgt een kort schokje

Slide 24 - Quiz

Kortsluiting, lekstroom of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Lekstroom

Slide 25 - Quiz

Kortsluiting, overbelasting of lekstroom?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
Lekstroom

Slide 26 - Quiz


Serie of parallel?
Laatste vraag
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 27 - Quiz

Practicum
serie -paralell meten
  

Slide 28 - Slide

Serie schakeling
De lampjes staan allebei in dezelfde stroomkring. 

Als lampje 1 stuk gaat, is de stroomkring niet meer gesloten. Hierdoor zal lampje 2 ook uit gaan. 

Slide 29 - Slide

Parallel schakeling

Elk lampje heeft zijn eigen stroomkring. 

Als er 1 lampje stuk gaat, kan de andere gewoon blijven branden. 

Slide 30 - Slide