In welke darm vindt de meeste resorptie van water plaats??
A
dunne darm
B
dikke darm
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
In welke darm vindt de meeste resorptie van water plaats??
A
dunne darm
B
dikke darm
Slide 1 - Quiz
In de darmen worden vetten afgebroken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Amylase werkt in
A
de mond
B
de maag
C
de darmen
Slide 3 - Quiz
Waar worden eiwitten verteerd?
A
mond
B
maag
C
darmen
D
endeldarm
Slide 4 - Quiz
Waar zit de poortader?
A
Tussen de darmen en de lever
B
Tussen de maag en de darmen
C
Tussen je lever en je hart
D
Tussen de hart en je darmen
Slide 5 - Quiz
Welk enzym wordt geactiveerd in de maag en door wat?
A
Pepsinogeen + pepsine = peptidase
B
Pepsinogeen + HCl = trypsine
C
Pepsinogeen + HCl = peptidase
D
Pepsinogeen + HCl = pepsine
Slide 6 - Quiz
Waarom wordt zoutzuur in de maag toegevoegd ? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A
om bacteriën te doden
B
om koolhydraten te splitsen
C
om pepsinogeen om te zetten in pepsine
D
om vetten te emulgeren
Slide 7 - Quiz
Waarom maken de cellen van de maagwand het onwerkzame enzym pepsinogeen en niet meteen pepsine?
A
Omdat anders pepsine alweer kapot is als het het voedsel bereikt
B
Omdat anders pepsine de eiwitten in de cellen die het maken verteert
C
Omdat anders pepsine het voedsel niet goed kan bereiken
D
Omdat dat biologisch niet mogelijk is
Slide 8 - Quiz
Aan het eind van deze les weet je...
...(weer) wat de bouw en functie van het hart is
...welke verschillende bloedvaten er zijn
...wat bloeddruk is
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Maak onderstaande vraag en werk vervolgens verder volgens de planner.
Een insulinemolecuul wordt door de longblaasjes opgenomen en komt zo in het bloed. Noem de bloedvaten en de delen van het hart die dit molecuul passeert om via de kortste weg vanuit de longen in de lever terecht te komen