Mevrouw is altijd rustig maar niet moe en zit altijd rechtop aan tafel, altijd op dezelfde plek. Ze legt af en toe contact en doet dit op haar eigen manier. Ze heeft haar favorieten onderwerpen waar ze graag over verteld. Wanneer mevrouw zich niet goed voelt, omdat prikkels haar te veel worden, zit zij in haar eigen wereld. Ze draait haar hoofd weg, kijkt weg, vermijdt oogcontact, doet haar oren dicht en beweegt van voor naar achter op haar stoel. Ze maakt geen contact meer en ervaart veel spanning.