What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woordleer - herhaling
Woordsoorten
1 / 35
next
Slide 1:
Mind map
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten
Slide 1 - Mind map
Woordleer
@herhaling eerste graad
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Welk woord is onderstreept?
Luister niet naar
hem
.
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
aanwijzend vnw
D
vragend vnw
Slide 21 - Quiz
Welk woord is onderstreept?
Ik stuur
m'n
mannen naar Rome ...
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
aanwijzend vnw
D
vragend vnw
Slide 22 - Quiz
Welk woord is onderstreept?
Laat
me
, Asterix!
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
aanwijzend vnw
D
vragend vnw
Slide 23 - Quiz
Hij wist niet dat het boek verdwenen was.
Welk woord is 'het'?
A
bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 24 - Quiz
Ik hoorde hem hardop lachen.
Welk woord is 'hem'?
A
een persoonlijk voornaamwoord
B
een aanwijzend voornaamwoord
C
een bezittelijk voornaamwoord
D
een onbepaald voornaamwoord
Slide 25 - Quiz
Ik hoorde hem hardop lachen.
Welke woordsoort is HARDOP?
Slide 26 - Open question
Ik hoorde hem hardop lachen met die jongen.
Welk woord is 'die'?
A
een persoonlijk voornaamwoord
B
een aanwijzend voornaamwoord
C
een betrekkelijk voornaamwoord
D
een onbepaald voornaamwoord
Slide 27 - Quiz
Ik hoorde hem hardop lachen met die jongen en gaf hem een uitbrander.
Welk werkwoord is 'gaf'?
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord
Slide 28 - Quiz
Ik hoorde hem hardop lachen met die jongen en gaf hem een uitbrander.
Welk woord is 'jongen'?
Slide 29 - Open question
Ik weet zeker dat de leraar wiskunde vorige week erg boos was op onze klas.
Die zin bevat:
A
3 bijwoorden (bw)
B
1 bijvoeglijk naamwoord (bn)
C
2 bw en 2 bn
D
andere
Slide 30 - Quiz
Mijn blij verraste vriend lachte vergeten.
A
1 bn en 2 bw
B
3 bn, geen bw
C
2 bn, 1 bw
Slide 31 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord
Bepaald lidwoord
Het
heeft die dag geregend.
Dit krot is onbewoonbaar ;
het
moet gesloopt worden.
Volgens de weerman zal
het
morgen vriezen.
De vergadering van de ministerraad vond plaats in
het
paleis.
Ik vind
het
spijtig dat je ons verlaat.
De troubadour vertelde
het
spannende verhaal.
Slide 32 - Drag question
'Dat is alles wat ik weet', zei hij.
WAT is hier ...
A
vragend vnw.
B
betrekkelijk vnw.
Slide 33 - Quiz
Wie nu nog praat, moet straks nablijven.
WIE is hier een ...
A
vragend vnw
B
betrekkelijk vnw
Slide 34 - Quiz
Betrekkelijk vnw.
Aanwijzend vnw.
Het meisje
dat
ik gezien heb, liet niets meer van zich horen.
Je hebt
dat
toch niet verteld, he!
Volgens mij heeft
dat
kind daar niks mee te maken.
Het kind
dat
jij verdenkt, heeft daar niks mee te maken.
Ken jij Anna Svetlana?
Die
moet je beslist eens spreken.
Mensen
die
lui zijn, zullen het nooit ver schoppen.
Slide 35 - Drag question
More lessons like this
Herhaling trim 1
December 2018
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
woordleer
May 2023
- Lesson with
56 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden (klas 3C)
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
October 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
herhalingstoets examen 1 Mavo
December 2020
- Lesson with
36 slides
Maatschappelijke vorming
Secundair onderwijs
T4 Spelling Herhaling
February 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Thema 2 - Les 3 - Soorten zinnen deel 1
November 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Nederlands les 4 - 23/1
January 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs