This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Periode 1 les 2
Begeleiden nieuwe medewerker
Slide 1 - Slide
Lesinhoud
Terugblik les 1
Terugblik opdracht ideale werkbegeleider
Theorie over leren
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over het examen 'begeleiden nieuwe collega'?
Slide 3 - Open question
Wat weet je nog over het het CGI?
Slide 4 - Open question
Wie kan er een nieuwe collega/stagiaire/vrijwilliger op de BPV begeleiden?
Slide 5 - Open question
Met welke hulpvragen zou een eerstejaars student kunnen komen?
Slide 6 - Open question
Terugblik ideale werkbegeleider
Maak groepjes van 3-4 studenten
Pak je eigen ingevulde opdracht erbij in Teams
Maak één gezamenlijke top 5 met de belangrijkste vaardigheden, kennis en eigenschappen
Per groepje delen we zo de top 5 in de LessonUp
timer
6:00
Slide 7 - Slide
Top 5 ideale werkbegeleider
Slide 8 - Open question
Wat is leren?
Theorie (school)
praktijk (stage)
Geleerde toepassen in de praktijk
Leren: verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden.
Formeel leren -> op school
informeel leren -> in het dagelijks leven
Verbindingen in de hersenen die gemaakt moeten worden -> fietspad / snelweg
Slide 9 - Slide
Wat is een leerproces?
De weg die je aflegt om iets te leren.
Hoe dit verloopt hangt af van intelligentie,
begeleiding, motivatie en interactie tussen
begeleiding en student.
Ideale opbouw: Doe het voor, doe het samen,
laat de student het zelf doen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Doener
Een combinatie van actief experimenteren en concreet ervaren.
Wil snel aan de slag kunnen en leert het best van directe ervaring door dingen te doen.
Staat open voor nieuwe leermomenten, kan goed problemen oplossen en vindt het een uitdaging om aan een onbekende klus te beginnen.
Slide 12 - Slide
Dromer / beschouwer
Voorkeur voor concreet ervaren en reflectief observeren.
Wil eerst goed ergens over nadenken.
Wil graag een probleem van alle kanten benaderen en bekijken en ziet steeds nieuwe ingangen en oplossingen.
Wil niet opgejaagd worden en wil de tijd hebben voordat hij beslist.
Slide 13 - Slide
Denker
Zet graag zijn observaties om in hypothesen en theorieën.
Kan goed redeneren en werkt graag zelfstandig.
Leert het beste vanuit gestructureerde situaties met duidelijke doelstellingen, theorieën en modellen.
Wil graag de kans krijgen om vragen te stellen en te discussiëren.
Slide 14 - Slide
Beslisser
Probeert graag theorieën uit in de praktijk.
Neemt vaak initiatief, is probleemoplossend en hakt knopen door.
Leert het beste aan de hand van duidelijk en beknopt geformuleerde regels en principes, die hij meteen kan toepassen.
Praktijkmens die niet van tijdverspilling houdt.
Slide 15 - Slide
Doener (actief en concreet)
Sterke punten:
- praktisch
- past zich makkelijke aan
Zwakke punten:
- Ongeduldig
- Drammerig
Effectieve werkvormen:
Afwisseling werkvormen
Feedback
Ruimte voor humor, plezier, ontspanning
Ga een directe ervaring opdoen.
Los een probleem op.
Spring in het diepe met een uitdagende taak.
Slide 16 - Slide
Beslisser (actief en abstract)
Sterk:
- Doelen stellen
- Besluiten nemen
Zwak:
- sociaal contact / relaties
Effectieve werkvormen:
- Zelf conclusies (kunnen) trekken
- Koppeling leggen met praktijk
- Ruimte voor experiment
Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk.
Richt je op praktische zaken.
Zoek iemand die je iets kan demonstreren.
Slide 17 - Slide
Dromer (concreet en passief)
Sterke punten:
- Verbeeldingskracht
- Genereren van nieuwe ideeën
Zwakke punten:
-besluiteloos
Effectieve werkvormen:
- Ruimte voor uiten van gevoel
- Tijd voor reflectie
- Visuele presentatie
Maak vooraf een plan.
Neem de tijd voor lastige beslissingen.
Neem de tijd om je ervaringen te overdenken.
Slide 18 - Slide
Denker (abstract en passief)
Sterk:
- logisch denken
- concepten/modellen bouwen
Zwak:
- Praktisch toepassen
- Zweven (niet met beide benen op de grond)
Effectieve werkvormen:
- Duidelijke structuur
- Ruimte voor stellen van vragen
- Observaties plaatsen in theorie
Zoek goed gestructureerde leermiddelen.
Zoek verbanden met kennis die je al hebt.
Zoek intellectuele uitdagingen.
Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen.
Slide 19 - Slide
Maak de leerstijlentest
Let op: deze uitslag en verslag kan je gebruiken als bewijsstuk als je dit ook laat uitvoeren door je student.
https://www.testcentrumgroei.nl/leerstijlentest
Schrijf een kort verslag naar aanleiding van de uitslag (wat herken je wel, wat herken je niet).
Gebruiken als bewijsstuk?
Laat je student ook een test maken bij het kennismakingsgesprek en schrijf een verslag hoe je je student gaat begeleiden nu je weet wat zijn/haar leerstijl is.