Stap 2: waar ik absoluut zeker van ben
"Er is een onbekende bedrieger. Uiterst machtig en uiterst slim, die mij ontzettelijk bedriegt. Zonder twijfel ben ik er dan ook, als hij mij bedriegt. En laat hij me bedriegen zoveel als hij kan; hij zal het nooit gedaan krijgen dat ik niets ben, zolang ik zal denken dat ik iets ben. Daarom moet ik, na alles uit en te na hebben overdacht, tenslotte vaststellen dat deze uitspraak: ik denk, ik ben, noodzakelijk waar is, zo vaak als ze door mij gedaan wordt, of zo vaak als ik mij die uitspraak in mijn geest bedenk".