This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.3 Het stroomgebied van de Rijn
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Map
Leerdoelen Par. 3 stroomgebied van de Rijn
Aan het eind van deze les weet je/kun je:
Wat bedoelt wordt met het stroomgebied van een rivier
uit welke 3 delen een rivier is opgebouwd + waaraan je die kunt herkennen
Het verschil tussen erosie en sedimentatie in de rivier
Wat bijzonder is aan de Midden-Rijn
Waarom en hoe een rivier meandert
Hoe een hoefijzermeer ontstaat
Waardoor een delta ontstaat
Toepassen van de begrippen: debiet, regiem, verhang en verval
welke 3 soorten rivieren er zijn en hoe je ze kunt herkennen in een grafiek
Slide 3 - Slide
Stroomgebied van de Rijn
Wat is een stroomgebied?
Slide 4 - Slide
De hoofdrivier ontvangt water uit zijrivieren en beekjes.
Al die waterlopen vormen een stroomstelsel.
Stroomstelsel + hoofdrivier = stroomgebied.
Slide 5 - Slide
Fasen van erosie en sedimentatie
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
De Bovenrijnse Laagvlakte
Vlakbij Basel (in Zwitserland) is een gedeelte van de aardkorst naar beneden gezakt door een breuk in de aardkorst.
Het lagere gedeelte heet eenslenk. Het hogere gedeelte is een horst.
In de laagvlakte stroomt het water langzamer, ruime bochten => meanders
Slide 8 - Slide
De Bovenrijnse Laagvlakte
Het dal is er breed en de rivier neemt ruime bochten: meanders.
In de buitenbocht stroomt het water sneller dan in de buitenbocht.
In de buitenbocht wordt materiaal meegenomen, in de binnenbocht wordt het neergelegd.
Later ontstaan daar hoefijzermeren.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De Middenrijn
In het middelste gedeelte van de Rijn baant de Rijn een weg door de bergen.
Het water zorgt ervoor dat het rivierdal steeds smaller wordt.
De Rijn was vroeger een handelsroute tussen Noord- en Zuid Europa. Kastelen waren om alles in de gaten te houden.
Slide 11 - Slide
Debiet en Regiem
Regiem: De veranderingen (schommelingen) in de afvoer van een rivier in de loop van de tijd.
Debiet: Het debiet is de gemiddelde hoeveelheid water, die per tijdseenheid door een rivier wordt afgevoerd, uitgedrukt in kubieke meters per seconde.
Slide 12 - Slide
3 soorten rivieren
Op basis van het regiem kun je rivieren indelen
Gemende rivier
Een gemengde rivier is een rivier waarvan de voeding bestaat uit smeltwater en regenwater. In de bovenloop wordt een gemengde rivier voornamelijk gevoed door smeltwater afkomstig van gletsjers en sneeuw en in de benedenloop voornamelijk door regenwater. Het regiem is vrij regelmatig.
Gletsjerrivier
Een gletsjerrivier is een rivier die volledig wordt gevoed door het smeltwater van gletsjers. Het debiet is in het voorjaar (en begin zomer) het grootst vanwege het smelten van een gletsjer rivier. Normaal gesproken gaan gletsjerrivieren na de bovenloop over in gemengde rivieren.
Regenrivier
Een regenrivier wordt gevoed door regenwater. In periodes van droogte is de waterstand in deze rivieren laag. Na periodes van veel neerslag stijgt het waterpeil. Het regiem is vrij onregelmatig. Het debiet is in de winter het hoogst omdat het dan het meeste regent. In de zomer is het debiet juist laag door minder neerslag en een grotere verdamping.
Slide 13 - Slide
Ant.1
De Rijn is een gemengde rivier dat betekent dat die gevoed wordt door zowel smeltwater als regenwater.
Ant.2
De Maas is een regenrivier dat betent dat die wordt gevoed door regen water.
Ant.3/4
De Rijn: Lobith ligt in Nederland je kan zien dat de Rijn zijn piekafvoer heeft in de wintermaanden. Dat komt omdat het meeste smeltwater van de zomer ervoor door de bodem naar de rivier is gesijpelt en in de rivier terecht is gekomen. Ook is er in de winter minder verdamping waardoor er meer water in de rivier terrecht komt.
De Maas: In de wintermaanden regent het meer als in de zomermaanden. Daarbij is de verdamping in de wintermaanden minder omdat het minder warm is.
timer
5:00
Ant.5
Het debiet van de Rijn is het grootst. Meer zijrivieren stromen in de Rijn uit, 2 voedingsbodems.
Slide 14 - Slide
De benedenloop van de Rijn
In de benedenloop na Bonn -> lage stroomsnelheid -> meanders -> splitsingen Rijn in Waal, Neder-Rijn en IJssel
Dicht bij monding -> weinig hoogteverschil -> klein verval en verhang -> veel sedimentatie -> rivierbedding raakt verstopt -> delta
Slide 15 - Slide
Hoogteverschil tussen twee plaatsen aan een rivier.
Berekening:
Hoogteligging plaats A - hoogteligging plaats B = verval
2500m - 2000m= verval is 500m.
Plaats A ligt op 2500m hoogte
Plaats B ligt op 2000m hoogte
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
✔Check je leerdoelen door het maken van de oefenvragen.
Slide 19 - Slide
Sleep de woorden 'Erosie' en 'Sedimentatie' naar de juiste plekken in de afbeelding!
Erosie
Erosie
Erosie
Sedimentatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Slide 20 - Drag question
Sleep de onderstaande woorden naar de juiste plekken in de afbeelding!
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie
Slide 21 - Drag question
Slepen maar!
Rijn
Maas
Regenrivier
Gemengde rivier
Groot debiet in de winter en het voorjaar
Onregelmatig regiem
Slide 22 - Drag question
Hoeveel landen vallen binnen het stroomgebied van de Rijn.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 23 - Quiz
Hier stroomt het water het hardst
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop
Slide 24 - Quiz
Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie
Slide 25 - Quiz
Een lager gelegen gedeelte tussen 2 hogere stukken heet een
A
Vlakte
B
Plateau
C
Horst
D
Slenk
Slide 26 - Quiz
De bovenloop van de Rijn ligt onder andere in............... en in ...................
De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................
De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van
..................... Daar gaat de Rijn zich ..................... en mondt uit als ..................
Antwoorden:
vertakken
Zwitserland
Nederland
Duitsland
laagland
meanderen
de Alpen
Delta
Slide 27 - Drag question
Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Stroomstelsel
Stroomgebied van de Maas
Slide 28 - Drag question
Wat is het verval van een rivier?
A
hoeveelheid water (m³/s)
B
stroomsnelheid (m/s)
C
verticaal hoogteverschil
langs de rivier (m)
D
helling van de rivier (m/km)
Slide 29 - Quiz
Leerdoelen Par. 3 stroomgebied van de Rijn
Aan het eind van deze les weet je/kun je:
Wat bedoelt wordt met het stroomgebied van een rivier
uit welke 3 delen een rivier is opgebouwd + waaraan je die kunt herkennen
Het verschil tussen erosie en sedimentatie in de rivier
Wat bijzonder is aan de Midden-Rijn
Waarom en hoe een rivier meandert
Hoe een hoefijzermeer ontstaat
Waardoor een delta ontstaat
Toepassen van de begrippen: debiet, regiem, verhang en verval
welke 3 soorten rivieren er zijn en hoe je ze kunt herkennen in een grafiek