What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Chapitre 1 I Grammaire - verbes reguliers et verbes pronominaux
PROGRAMME
Parler
Révision
Buts
Grammaire
Évaluation
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
PROGRAMME
Parler
Révision
Buts
Grammaire
Évaluation
Slide 1 - Slide
Parlez en français!
Qu'est-ce que tu fais après l'école ?
Je fais du sport avec mes amis.
C'est quoi ton meilleur copain ?
Mon meilleur copain s'appelle Christophe.
Où est-ce que tu as rencontré Christophe ?
J'ai rencontré Christophe à l'école.
Slide 2 - Slide
(1/2) Vervoeg het werkwoord 'habiter' in de tegenwoordige tijd. Dit is een regelmatig werkwoord.
Slide 3 - Open question
(2/2) Vervoeg het werkwoord 'choisir' in de tegenwoordige tijd. Dit is een regelmatig werkwoord.
Slide 4 - Open question
Grammaire
Je hebt net de regelmatige werkwoorden op -er en -ir herhaald.
Er zijn ook nog werkwoorden op -re.
Bekijk het overzicht en maak een aantekening in jouw schrift.
Slide 5 - Slide
Les buts
T1 - Ik kan regelmatige en wederkerende werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.
Slide 6 - Slide
Wederkerende werkwoorden
zich
+ werkwoord /
se
+ verbe
zich
afvragen -> ik vraag
mij
af
se
demander -> je
me
demande
voornaamwoord staat vóór de persoonsvorm
of vóór het hele werkwoord
Je
me
demande
qui est ton meilleur ami.
Slide 7 - Slide
Wederkerende werkwoorden
zich
+ werkwoord /
se
+ verbe; voornaamwoord staat vóór de persoonsvorm of het hele werkwoord
je
me
tu
te
il/elle/on
se
nous
nous
vous
vous
ils/elles
se
Slide 8 - Slide
Wederkerende werkwoorden
zich
+ werkwoord /
se
+ verbe; voornaamwoord staat vóór de persoonsvorm of het hele werkwoord
je
me
je
me
demand
e
tu
te
tu
te
demand
es
il/elle/on
se
il/elle
se
demand
e
nous
nous
nous
nous
demand
ons
vous
vous
vous
vous
demand
ez
ils/elles
se
ils/elles
se
demand
ent
Slide 9 - Slide
(1/3) Kennischeck: welk voornaamwoord + werkwoord gebruik je in het Frans?
Ik bereid me voor.
A
me prépare
B
te prépares
C
se prépare
D
nous préparons
Slide 10 - Quiz
(2/3) Kennischeck: welk voornaamwoord + werkwoord gebruik je in het Frans?
Hij poetst zijn tanden.
A
me lave
B
te laves
C
se lave
D
nous lavons
Slide 11 - Quiz
(3/3) Kennischeck: welk voornaamwoord + werkwoord gebruik je in het Frans?
Wij wandelen.
A
me balade
B
te balades
C
se balade
D
nous baladons
Slide 12 - Quiz
Au travail
Fais dans ton cahier d'exercices
- ex. 30b, c, d, e (p.29& 30)
- ex. 32c, d (p.31)
Snel klaar? Oefen dan extra met Slim Stampen van I Grammaire.
Slide 13 - Slide
Jeu
Speel samen met jouw buurman/buurvrouw.
Gooi de dobbelsteen twee keer en vervoeg de werkwoorden.
1 je
2 tu
3 il
4 nous
5 vous
6 ils
1 se réveiller
2 se lever
3 se servir
4 s'habiller
5 se dépêcher
6 s'entendre
Slide 14 - Slide
Hoe ga jij de wederkerende werkwoorden onthouden in het Frans?
Slide 15 - Open question
More lessons like this
Chapitre 1 I Grammaire - verbes reguliers et verbes pronominaux
June 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2v Les 2 1-03
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2v Les 2 1-03
March 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2v Les 2 8-03
March 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2v Les 2 8-03
August 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2hv Les 2 22-02
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2hv Les 2 22-02
February 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2022-09-19 4VWO verbes pronominaux
September 2022
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4