LES 1 - K/T - De Waterkringloop

LES 1 - K/T: De waterkringloop
Na LES 1/2 krijg je een SO over. Je mag de lessen tijdens het SO erbij houden. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

LES 1 - K/T: De waterkringloop
Na LES 1/2 krijg je een SO over. Je mag de lessen tijdens het SO erbij houden. 

Slide 1 - Slide

Verdeling van het water 
  • Van al het water op aarde is slechts  3% zoet (drinkbaar)
  • Hiervan is het grootste deel bevroren of diep grondwater
  • 1% Van het zoetwater is toegankelijk
  • Zoutwater kan ontzilt worden, maar dat is een duur proces

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

De waterkringloop
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvorming naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water
Oppervlaktewater

Slide 7 - Slide

Waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Op de afbeelding zie je de korte kringloop van het water. Zet de woorden in de goede volgorde. 



1.
2.
3.
4. 
regen
verdampen
wolken
afkoeling

Slide 10 - Drag question

Er zijn drie soorten rivieren. Welke?
A
regenrivier, bergrivier en beek
B
regenrivier, sloten en beken
C
regenrivier, gletsjerrivier en gemengde rivier
D
regenrivier, gletsjerrivier en een zee-arm

Slide 11 - Quiz

Een regenrivier vervoert het meeste water in de....................................
A
zomer
B
winter

Slide 12 - Quiz

Oppervlaktewater is.............
A
Water dat je kunt zien
B
Water dat in de dampkring zit

Slide 13 - Quiz

De Rijn begint in
A
Oostenrijk
B
Duitsland
C
Nederland
D
Zwitserland

Slide 14 - Quiz

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 15 - Quiz

De waterkringloop begint met.......
A
condenseren
B
verdampen
C
infiltratie
D
erosie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 21 - Quiz

Leren
- Wat is de waterkringloop?
- Wat is de korte kringloop, wat is de lange kringloop?
- Het verschil weten tussen zoet water en zout water.
-------------------------

Slide 22 - Slide