01-09-2020 - Les 3 - 1.8 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom klas u1KC

• Telefoon op stil in de telefoontas.
  
• Ga rustig zitten.
• Pak je boek en iPad; leg deze met het scherm naar beneden op tafel.
• Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Programma             09:45-10:30

Welkom
Startvraag

Instructie 1.8 Werkw. TT

Oefeningen 1.8 Werkw. TT

Afsluiting

Lesdoel: Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed spellen.

2 minuten
5 minuten

10 minuten

15minuten

5 minuten

Wie is de baas over Taal?

Instructie 1.8 Werkwoorden TT

Twee vormen in de tegenwoordige tijd:

Stam (ik vorm) (ww -en)             (ik) fiets(-en)

Stam + t (hij/jij vorm)                   (hij) fiets + t = fietst

Hoe doe je dat met het werkwoord beantwoorden?

Instructie 1.8 Werkwoorden TT

Soms moet je de stam een beetje veranderen om er de ik-vorm van te maken:

lopen – lop – ik loop;

verhuizen – verhuiz – ik verhuis;

spellen – spell – ik spel.

Instructie 1.8 Werkwoorden TT

De stam gebruik je:

• bij ik: Ik loop. Ik vind een euro op straat.

• bij je of jij achter de persoonsvorm: Verhuis jij? Kom je?

• bij de gebiedende wijs: Ren! Pas op!

Oefeningen maken

Blz. 82 oef. 12, 15

Eerste 5 minuten in stilte

Klaar? Hand opsteken om na te kijken.

Ik loop rond en help waar nodig. 

Niet af = Na de lessen terugkomen en afmaken. 

Eén zin samen

Afgelopen week had mijn broertje het huis schoongemaakt voor mijn moeder. 

Volgende les

1.8 opdrachten maken + nakijken

Instructie 2.8: Werkwoorden die eindigen op een -d.

Welke zinsdelen kan je nu benoemen?