Spelling 3.4 - 3 basis

Spelling 3.4 - 3 basis
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 3.4 - 3 basis

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je kent de regels voor het meervoud van zelfstandig naamwoorden die eindigen op:

                  -en, -iën, -ieën, -eeën, -'s en -s. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het meervoud van kaas?

Slide 4 - Open question

Wat is het meervoud van pet?

Slide 5 - Open question

Wat is het meervoud van bal?

Slide 6 - Open question

Wat is het meervoud van oor?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is het meervoud van drie?

Slide 10 - Open question

Wat is het meervoud van porie?

Slide 11 - Open question

Wat is het meervoud van twee?

Slide 12 - Open question

Wat is het meervoud van categorie?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is het meervoud van pyjama?

Slide 16 - Open question

Wat is het meervoud van taxi?

Slide 17 - Open question

Wat is het meervoud van bureau?

Slide 18 - Open question

Wat is het meervoud van paraplu?

Slide 19 - Open question

Wat is het meervoud van hobby?

Slide 20 - Open question

Wat is het meervoud van duo?

Slide 21 - Open question

Aan het werk

- Maak 3.4, opdr. 4 (blz. 39)
- Klaar? --> laat je opdracht aan mij zien
- Terugblik lesdoel

Slide 22 - Slide

Terugblik lesdoel
- Je kent de regels voor het meervoud van zelfstandig naamwoorden die eindigen op:

                  -en, -iën, -ieën, -eeën, -'s en -s. 

Slide 23 - Slide