This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Stunde 4 - ich
Slide 1 - Slide
De vorige les
begroeten, afscheid nemen, bedanken
uitspraak sis-klanken: s, ß, sch, z
uitspraak umlaut: ä, ö, ü
Slide 2 - Slide
Deze les:
Alter + Zahlen
Klein- und Großschreibung
Bingo
Slide 3 - Slide
Aufgabe 1 - Zahlen
Kijk naar de video en verbind de Nederlandse getallen met de Duitse vertaling.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Aufgabe 4.2 - Lesen
Slide 6 - Slide
Aufgabe 4.3
Slide 7 - Slide
Aufgabe 4.4 - Klein- und Großschreibung
Lees de Duitse tekst en kijk goed wanneer er een hoofdletter gebruikt wordt. Wat zijn de regels denk je?
Slide 8 - Slide
Hoofdletters Duits:
Aan het begin van de zin.
Bij namen van plaatsen, mensen en dieren.
Bij zelfstandige naamwoorden.
Slide 9 - Slide
Aufgabe 4.4 - Klein- und Großschreibung
Lees de Duitse tekst. Welk woord moet met een hoofdletter geschreven worden? Markeer dat woord.
Slide 10 - Slide
Kies 9 getallen van 0 t/m 20 en schrijf deze in jouw bingokaart.
De docent noemt steeds (in het Duits) een getal, als je dit getal hebt opgeschreven streep je hem door. Wie als eerste een rijtje heeft, mag bingo roepen.