8.6 Verzorgingsstaat

Wat bepaalt je maatschappelijke positie niet?
A
macht of verantwoordelijkheid
B
je inkomen
C
je uiterlijk
D
kennis of vaardigheden
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Wat bepaalt je maatschappelijke positie niet?
A
macht of verantwoordelijkheid
B
je inkomen
C
je uiterlijk
D
kennis of vaardigheden

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld uit de Arbowet is:
A
Bij een sollicitatie mag er niet gediscrimineerd worden op geslacht.
B
De ladder die een schilder gebruikt moet elk jaar gekeurd worden.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Als je op staande voet ontslagen wordt, heb je recht op een uitkering.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Je CAO geldt voor een hele bedrijfstak, zoals horeca, bouw en zorg.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Goed of fout? Het is onmogelijk om zelf je maatschappelijke positie te veranderen.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen maatregel van de overheid om meer vrouwen aan het werk te krijgen?
A
kinderopvangtoeslag
B
ouderschapsverlof
C
positieve discriminatie
D
scholing organiseren

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er niet in een arbeidscontract?
A
je functie
B
je loon
C
je werktijden
D
je promotiekansen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Jordi's ouders hebben geen vervolgopleiding gedaan en hebben niet veel geld. Jordi doet goed zijn best op school en start zijn eigen bedrijf. Dit is een voorbeeld van:
A
sociale mobiliteit
B
de maatschappelijke ladder

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Laat hier de definitie van Verzorgingsstaat op het werkblad schrijven.

Slide 10 - Slide

Deel nu het werkblad Verzorgingsstaat uit.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stel, je hebt een eigen bedrijf en bent niet in loondienst. Waar heb je dan bij faillisement recht op?
A
WW-uitkering
B
Kinderbijslag
C
Bijstand
D
AOW-uitkering

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Uitkeringen voor werknemers
Uitkeringen voor iedereen
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Ouderenpensioen (AOW)
Kinderbijslag
Bijstand
Werkloosheidsuitkering (WW)

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Vraag: Wat willen deze plaatjes ons laten zien?

Antwoord: Het laat de vergrijzing zien. Steeds minder werkende dragen de kosten van de niet- werkenden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Vraag: Wat valt je aan deze statistiek op?

Antwoord: het aantal jongeren neemt af en het aantal ouderen neemt toe.


Mensen worden steeds ouder. Heeft dit ook voordelen? En zo ja: welke?

Slide 17 - Open question

Bijvoorbeeld:
We kunnen langer van onze vrije tijd genieten.
We kunnen de kleinkinderen opvangen zodat ouders kunnen werken.
Jongeren kunnen van de ervaring van ouderen leren.
Wat kan de overheid doen om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden?

Slide 18 - Open question

Antwoord:

  • Langer doorwerken.
  • Eigen bijdrage voor zorg omhoog.
  • Meer banen (maar er zijn geen mensen voor)
  • Bezuinigen.