Groep 8 pro rekken toets hoofdstuk 1 toets 1

Groep 8 pro rekken toets hoofdstuk 1 toets 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Groep 8 pro rekken toets hoofdstuk 1 toets 1

Slide 1 - Slide

km
cm
dam
m
hm
dm
mm

Slide 2 - Drag question

Sleep de vragen naar de juiste antwoorden. Let op, niet alle antwoorden worden gebruikt!
44 x 4
9 x 19
171
231
168
172
176
28 x 6
56 x 3
7 x 33

Slide 3 - Drag question

5,76 x 7,9

Slide 4 - Open question

Even opfrissen:

Wat betekent '50% korting'?

Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question

1 liter kan je ook anders opschrijven!
1 liter is hetzelfde als ...

Slide 7 - Open question

Je hebt 250 koeken. 1/5 deel is een stroopwafel. Hoeveel stroopwafels zijn er?

Slide 8 - Open question

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 9 - Drag question


A

Slide 10 - Quiz

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 11 - Quiz

Wat is een verhouding?
A
Een verhouding is hetzelfde als een breuk.
B
Een verhouding is een kommagetal.
C
Een verhouding is een cijfer die je deelt.

Slide 12 - Quiz

vierkant
rechthoek
driehoek
cirkel
ruit
parallellogram

Slide 13 - Drag question

Wie weet al wat een verhoudigstabel is?
A
Ik weet wat het is en kan er mee rekenen
B
Ik weet het nog een beejte
C
Ik weet wat het is
D
Ik heb geen idee

Slide 14 - Quiz


1.500 ml = ... liter
Denk aan mL - cL - dL - L
A
0,15
B
1,5
C
15
D
150

Slide 15 - Quiz


Welk van deze producten is naar verhouding het goedkoopst?
A
Energy
B
AA-drink
C
Evenduur
D
zijn niet te vergelijken

Slide 16 - Quiz

Meester Rob heeft €100,-
Hiervan wil hij 20% aan meester Hidde geven. Hoeveel krijgt meester Hidde?
A
€2,-
B
€20,-
C
€100,-
D
€200,-

Slide 17 - Quiz

Hoeveel procent
is één streepje?
Eén streepje
A
10%
B
5%
C
1%
D
50%

Slide 18 - Quiz

Wat is de
omtrek?
A
25 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm

Slide 19 - Quiz

Hoeveel koeien zijn er?
A
100
B
200
C
50
D
1

Slide 20 - Quiz

Wat is de omtrek van dit figuur?
A
11 m
B
19 m
C
20 m
D
22 m

Slide 21 - Quiz

Wat is de omtrek?
A
9m
B
25m
C
12m
D
62m

Slide 22 - Quiz


Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?
A
2 m²
B
8 m²
C
30 m²
D
42 m²

Slide 23 - Quiz

Dat was de toets heel goed gedaan 

Slide 24 - Slide