kerst

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

kerstkaart
puzzel
kleuren
kerst en français

Slide 2 - Slide

une carte de Noël
CHOISIS:

  • een kerstkaart in het Frans voor één van je docenten
  • een kerstkaart in het Frans voor thuis of een familielid



Slide 3 - Slide

une carte d'invitation
CHOISIS:
  • een uitnodiging voor het kerstdiner 
  • een uitnodiging voor het oud & nieuw feest

Quand? À quelle heure? Où? Tenue (=dresscode)?


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Quiz de Noël          &
de la Saint-Sylvestre

Slide 7 - Slide

vocabulaire
Noël                     = kerst                           la neige        = de sneeuw
le renne             = het rendier               la lumière    = het licht           
le gui                   = de maretak              l'étoile           = de ster      
les chansons  = de liedjes                  le sapin             = de kerstboom  le feu d'artifice = het vuurwerk        la bougie      = de kaars
la Saint-Sylvestre = oudejaarsavond







C’est pourquoi daarom
Sans zonder
Assez genoeg, tamelijk

les décorations
le sapin
la boule de Noël
les chansons de Noël
la neige






Liedje

Slide 8 - Slide

Wat betekent:
le renne?
timer
0:30

Slide 9 - Open question

Wat betekent:
le feu d'artifice?

Slide 10 - Open question

Wat betekent:
la Saint-Sylvestre?
A
kerstmis
B
oudejaarsavond
C
nieuwjaar
D
gelukkig nieuwjaar

Slide 11 - Quiz

timer
0:30
Noël
feu d'artifice
la Saint-Sylvestre
sapin
le renne
bonne année
boules, guirlandes, étoiles
champagne

Slide 12 - Drag question

7

Slide 13 - Video

00:50
je ne demande pas beaucoup pour Noël
A
ik hou niet van kerst
B
ik nodig je uit voor kerst
C
ik vraag niet veel voor kerst
D
ik wil veel cadeaux voor kerst

Slide 14 - Quiz

01:00
'que je vois sous le sapin'
le sapin =
A
de etalage
B
het cadeau
C
het rendier
D
de kerstboom

Slide 15 - Quiz

01:29
vertaal:
dat ben jij

Slide 16 - Open question

01:46
'attendre sous le gui que tu reviennes'
=
wachten ....... opdat jij terugkomt
A
bij de deur
B
onder de maretak
C
op mijn stoel
D
in de kou

Slide 17 - Quiz

01:52
de kerstman

A
le bonhomme de Noël
B
l'homme de Noël
C
la femme de Noël
D
le père Noël

Slide 18 - Quiz

02:38
j'entends les gens chanter
et les cloches sonner
toutes les lumières brillent
les rires des enfants

Slide 19 - Drag question

02:58
ce que ...... pour Noël, c'est toi

Slide 20 - Open question

Op welke dag is het Noël in
Frankrijk?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-six décembre
C
le vingt-cinq décembre
D
le vingt-trois décembre

Slide 21 - Quiz

Regarde bien le sapin!!!!!!!
Liedje

Slide 22 - Slide

Wat heeft deze kerstboom niet voor décorations?
A
des bougies
B
des étoiles
C
des boules
D
des guirlandes

Slide 23 - Quiz

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?
A
Les Pays-Bas
B
La France

Slide 24 - Quiz


Bij welk feest hoort 'une église'?
A
Noël
B
Saint-Sylvestre

Slide 25 - Quiz

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?
A
le vingt-quatre décembre
B
le vingt-cinq décembre
C
le vingt-six décembre

Slide 26 - Quiz

Hoe zeg je 'fijne kerstdagen'?
A
Bon anniversaire
B
Joyeux Noël
C
Bonne année
D
Bonne journée

Slide 27 - Quiz

Hoe zeg je 'gelukkig nieuwjaar'?
A
Bon anniversaire
B
Joyeux Noël
C
Bonne année
D
Bonne journée

Slide 28 - Quiz

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée
A
j - n
B
y - n
C
y - nn
D
j - nn

Slide 29 - Quiz

           Joyeux Noël 

Slide 30 - Slide