This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.
Wat doe je met een tekst waarvan je bijna geen enkel woord kent?
Woorden vertalen!
Est-ce que
Qu'est-ce queQui
Comment
Pourquoi
Combien de
Quand
Quel(les)
Où
...
Wat
Wie
Hoe
Waarom
Hoeveel
Wanneer
Welke
Waar
Eindigend op:
v.t.
Voltooid deelwoord
est - était - été
a - avait - eu
veut - voulait - voulu
peut - pouvait - pu
va - allait - allé
voit - voyait -vu
is - was - geweest
heeft - had - gehad
wil - wilde - gewild
kan/mag - kon/mocht - gekund
gaat - ging - gegaan
ziet - zag - gezien
est - sera - seront
a - aura - auront
veut - voudra - voudront
peut - pourra - pourront
va - ira - iront
voit - verra -verront
is - zal/zullen zijn
heeft - zal/zullen hebben
wil - zal/zullen willen
kan/mag - zal/zullen kunnen
gaat - zal/zullen gaan
ziet - zal/zullen zien
Il donne
Il donnait
Il a donné
Il va donner
Il donnera
Il donnerait
Hij geeft
Hij gaf
Hij heeft gegeven
Hij gaat geven
Hij zal geven
Hij zou geven