Oefenen thema 1 basisstof en extra stof

Welkom bij Biologie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Biologie

Slide 1 - Slide

Vandaag - Oefenen thema 1
1. Pak je chromebook en login het lessonapp map.
2. Maak de opdrachten van : oefenen thema 1 
2. Maak het samenhang thema 1 in je boek (Blz. 53-54)
3. Oefen de begrippen / maak een begrippen lijst van het hele thema 
4. Maak testjezelf van basisstofen 1.1 t.m 1.6
Als je iets wil vragen stek je vinger op en ik loop naar jou toe

Slide 2 - Slide

Bladgroenkorrels zetten glucose om in koolstofdioxide en water.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Bij de afbraak van glucose komt energie vrij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Smog is luchtvervuiling die vooral bestaat uit bacteriën en virussen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

In je lichaam vindt alleen overdag verbranding plaats
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Allergie is een overgevoeligheid voor een of meer stoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Stofwisseling is de omzetting van de ene stof in een andere stof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In uitgeademde lucht zit dezelfde hoeveelheid waterdamp als in ingeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een turnster hangt ondersteboven aan een rekstok.

Bij bepaalde adembewegingen gebruikt zij in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat.
Welke adembewegingen kosten in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat en even frequent ademt?
A
inademing bij zowel de rib- als de buikademhaling
B
inademing bij de ribademhaling en uitademing bij de buikademhaling
C
uitademing bij de ribademhaling en inademing bij de buikademhaling
D
uitademing bij zowel de rib- als de buikademhaling

Slide 10 - Quiz

Wanneer iemand in rust opzettelijk enige tijd snel en diep adem heeft gehaald, verdwijnt de normale ademprikkel en treedt een kortdurende ademstilstand op.
Wat gebeurt er dan met de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht in de longblaasjes tijdens die ademstilstand?
A
De hoeveelheid koolstofdioxide neemt af.
B
De hoeveelheid koolstofdioxide neemt toe.
C
De hoeveelheid koolstofdioxide blijft gelijk

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het produceren van slijm.
B
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
C
Het keuren van de binnenstromende lucht.
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte.

Slide 12 - Quiz

Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
Pijl P
B
Pijl Q

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het produceren van slijm.
B
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
C
Het keuren van de binnenstromende lucht.
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte.

Slide 14 - Quiz

Bij welk nummer bevindt zich bloed dat rijk is aan zuurstof?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 15 - Quiz

Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 16 - Quiz

Gaswisseling kan in de longblaasjes snel plaatsvinden doordat de wand van longblaasjes dun is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Bij uitademing door middel van buikademhaling gaat de buikwand naar voren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 20 - Drag question

Welke cel zal de meeste mitochondriën hebben?
A
Een huidcel
B
Een wangslijmvlies cel
C
Een spiercel
D
Een hersencel

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding hiernaast zie je vijf reageerbuizen met
organismen. Alleen buis 5 staat in het donker, alle andere buizen staan in het licht.

In welke buis is na een uur het koolstofdioxide gehalte het meest gestegen?

Slide 22 - Open question

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 23 - Drag question

longblaasjes
longen
Bronchiën

luchtpijptakje
Luchtpijp

Slide 24 - Drag question

Zet de organen in de juiste volgorde
Lucht gaat het lichaam in
Gaswisseling
Neusholte
Longblaasjes
Keelholte
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Luchtpijp

Slide 25 - Drag question

Ademen
Slikken
Verslikken

Slide 26 - Drag question

In welk deel van je ademhalingsstelsel zitten er kraakbeenringen?
A
In je luchtpijp en bronchiën
B
In je luchtpijp en strottenhoofd
C
In je luchtpijp en longblaasjes
D
In je strottenhoofd en bronchiën

Slide 27 - Quiz

Dolfijnen ademen net als mensen met
longen. Maar een dolfijn ademt niet in en
uit door de mond of de neus. Een dolfijn
heeft een blaasgat boven op de kop.
Bij het duiken sluit hij het blaasgat af.
Heeft een dolfijn een huig?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Versnelt gaswisseling
Vertraagt gaswisseling
Groot oppervlak longblaasjes
Langzame ademhaling
Slijmlaag in longblaasjes
Ontstoken luchtpijptakjes
Dunne wand longblaasje
Bloedvaatjes dicht tegen longblaasje

Slide 29 - Drag question

Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen                           , zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Link