4.2 en 4.3

Tekstverband & signaalwoorden
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag 
  • Terugblik
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekstverband & signaalwoorden
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag 
  • Terugblik

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  • weet je weer wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
  • kun je verschillende tekstverbanden herkennen d.m.v. signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

Welke kennen we al?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

chronologisch
opsommend
tegenstellend
toelichtend

Slide 4 - Slide

Deze tekstverbanden hebben de leerlingen in klas 1 geleerd.

Herhaling tekstverbanden
chronologisch:
opsommend:
tegenstellend:
toelichtend:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Van welk verband is er sprake?

Ik houd van ongezond eten, zoals friet en pizza.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Maar er zijn er nog meer...

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden

concluderend
redengevend
oorzakelijk
vergelijkend

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en signaalwoorden
Concluderend: dus, daarom, concluderend, dat houdt in, kortom
Redengevend: omdat, namelijk, daarom, aangezien, want, dus
Oorzakelijk: doordat, waardoor, als gevolg van, dus, dankzij
Vergelijkend: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Doordat er een pandemie uitbrak, gingen de scholen dicht.
A
oorzakelijk verband
B
redengevend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Doordat er een pandemie uitbrak, deed ik minder aan mijn huiswerk.
A
oorzakelijk verband
B
redengevend verband
C
concluderend verband
D
toelichtend verband

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Marijke is gek op dieren, daarom wil ze later dierenarts worden.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
samenvattend verband
D
oorzakelijk verband

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag


Planning week 45

Klaar: praktijkopdracht hoofdstuk 2 in 6 - tallen .
Maak je eigen Escape room 'ontsnappen maar'

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In hoeverre kan jij de tekstverbanden en signaalwoorden herkennen in een tekst?
0100

Slide 14 - Poll

This item has no instructions