3 dec.: oefenen Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.3 t/m 5.9

26 nov. - Vervolg Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 2 
week 12 2e les (20 november)

1 / 52
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

26 nov. - Vervolg Grammatica cursus 5 Woordsoorten 5.7 en 5.9
Mavo 2 periode 2 
week 12 2e les (20 november)

Slide 1 - Slide

Welkom 
plattegrond: Van mentor???
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Planning
Lezen: eigen leesboek!
Startopdracht: 4 presentaties
Quiz alle woordsoorten 
~pauze~
Zelfstandig oefenen met woordsoorten: online 5 § 11
Afsluiting


timer
10:00

Slide 3 - Slide

Startopdracht
We luisteren naar de presentaties van: 










timer
5:00
Presentaties 10 dec.: 
Presentaties 11 dec.: 

Slide 4 - Slide

Huiswerk check✓
Heb je alle woordsoorten geleerd van 
het bewaarblad? 
Morgen SO Woordsoorten! 

Slide 5 - Slide

QUIZ woordsoorten
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Ik) geef de werkboeken bij mijn docent af.

A
zn
B
bn
C
pers.vnw.
D
vz

Slide 7 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Het) sneeuwt gelukkig niet meer.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
vz

Slide 8 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een (rode) pen kijk ik mijn werk na.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn

Slide 9 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Met een rode pen kijk ik mijn (werk) na.

A
zn
B
lw
C
pers.vnw.
D
bn

Slide 10 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Met) een rode pen kijk ik mijn werk na.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 11 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Melissa) en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 12 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk (in) hun agenda geschreven.

A
zn
B
lw
C
vz
D
bn

Slide 13 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun (agenda) geschreven.

A
zn
B
pers.vnw.
C
vz
D
bn

Slide 14 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag (een) dag vrij na de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 15 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Ik wil graag een dag vrij (na) de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 16 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

(Hij) wil graag een dag vrij na de vakantie.

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
bn

Slide 17 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil (jij) de telefoon in je nieuwe tas doen?

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 18 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij (de) telefoon in je nieuwe tas doen?

A
vz
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 19 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Wil jij de telefoon in je (nieuwe) tas doen?

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 20 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag (een) wereld vol vrede.

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 21 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een (wereld) vol vrede.

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 22 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Iedereen wil graag een wereld vol (vrede).

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
zn

Slide 23 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Hij pakt (mijn) tas af en geeft die aan Peter.

A
bn
B
pers.vnw.
C
lw
D
bezitt.vnw

Slide 24 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Hij pakt mijn tas af en geeft (die) aan Peter.

A
bezitt.vn
B
pers.vnw.
C
lw
D
?

Slide 25 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Van wie was (dat) idee?
A
bezitt.vn
B
?
C
lw
D
ww

Slide 26 - Quiz

Wat voor woordsoort is het woord dat tussen haakjes staat?

Van (wie) was dat idee?
A
bezitt.vn
B
pers.vnw.
C
?
D
zelfstandig nw

Slide 27 - Quiz

timer
5:00

Slide 28 - Slide

Aan het werk
Maak online Cursus 5 § 11 WS Mixopdrachten
timer
15:00

Slide 29 - Slide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Ik weet wat woordsoorten zijn. 
  2. Ik ken het werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en het voorzetsel. 
  3. Ik ken het voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord en het vragend voornaamwoord. 
timer
5:00

Slide 30 - Slide

Volgende les  4 december: 
SO Woordsoorten 

 Huiswerk : .
leer het bewaarblad woordsoorten 
SO Woordsoorten

Slide 31 - Slide

Om de beurt kom je naar voren. 
We gaan 30 sec. spelen. 
timer
0:30

Slide 32 - Slide

30 seconds
aardbei
slager
zweefmolen
waterkraan
nijlpaard
timer
0:30

Slide 33 - Slide

30 seconds
achtbaan
docent
zeepaardje
pollepel
banaan
timer
0:30

Slide 34 - Slide

30 seconds
madeliefje
vliegtuig
schroevendraaier
brandweerman
kastanje
timer
0:30

Slide 35 - Slide

30 seconds
strontvlieg
botsauto's
placemat
mango
achterdeur
timer
0:30

Slide 36 - Slide

30 seconds
waterkraan
haarspeldje
zonnebloem
tulp
piloot
timer
0:30

Slide 37 - Slide

30 seconds
koekenpan
metro
druiven
spookhuis
vermenigvuldigen
timer
0:30

Slide 38 - Slide

30 seconds
croissant
struik
bestek
paraplu
walvis
timer
0:30

Slide 39 - Slide

30 seconds
step
brillenkoker
KFC
lammetje
engel
timer
0:30

Slide 40 - Slide

30 seconds
Australië
gitaar
deurmat
ananas
regenjas

timer
0:30

Slide 41 - Slide

30 seconds
onweer
verkeersbord
gordijnen
mier
nachtmerrie
timer
0:30

Slide 42 - Slide

30 seconds
thermosfles
rits
stoeptegel
narcis
vraagteken
timer
0:30

Slide 43 - Slide

30 seconds
Texel
waterpas
broekriem
drumstel
varken

timer
0:30

Slide 44 - Slide

30 seconds
schoorsteen
stewardess
sneeuwpop
paard
Rome


timer
0:30

Slide 45 - Slide

30 seconds
viool
chocolade reep
Rembrandt van Rijn
korte broek
snijplank

timer
0:30

Slide 46 - Slide

30 seconds
broodje knakworst
Nederland
balkon
bloemkool
hond
timer
0:30

Slide 47 - Slide

30 seconds
trompet
boterham
elastiekje
Oostenrijk
hardlopen
timer
0:30

Slide 48 - Slide

30 seconds
kussen
Picasso
microfoon
juf
appeltaart

timer
0:30

Slide 49 - Slide

30 seconds
pizza margarita
tafelpoot
fietsbel
giraf
punaise 

timer
0:30

Slide 50 - Slide

30 seconds
Tafelkleed
telefoonhoesje
boom
beschuit 
geschiedenis 
timer
0:30

Slide 51 - Slide

30 seconds
K3
Goede tijden slechte tijden 
laptop 
elastiek 
leesboek 
timer
0:30

Slide 52 - Slide