1..5 De zon: motor van de luchtcirculatie

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.5 De zon: motor van de luchtcirculatie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les ken je de Wet van Buys Ballot
Na deze les weet je hoe de zon invoeld uit op de luchtcirculatie
Na deze les weet je dat de zon de kracht is achter het weer/klimaat op aarde

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Uitleg 1.5 De wet van BB en het mondiale windsysteem.
  • Oefenen vragen uit examen

Slide 3 - Slide

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot:
1. Wind waait van een hogedrukgebied (maximum) naar een lagedrukgebied (minimum).
2. Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking. Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Teken zelf de waterkringoop en zet de volgende begrippen opde juiste plek
Waterkringloop:
1 = ..verdampen..
2 = ..condenseren..
3 = ..neerslag..
4 = ..afstromen..
5 = ..infiltreren..
6 = ..bevriezen..
7 = ..smelten..

Slide 6 - Slide

4 Bekijk bron 3.
Welke beschrijving hoort bij het weer in Nederland op 11 april 2007?
A Het was bewolkt en droog.
B Het was bewolkt en regenachtig.
C Het was onbewolkt en droog.
D Het was onbewolkt en regenachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bekijk bron 10 en bron 11.
Er worden vier uitspraken gedaan naar aanleiding van bron 10 en bron 11.
Welke uitspraak is juist?

A
De neerslag in Bilbao wordt stijgingsneerslag genoemd.
B
De overheersende windrichting in Bilbao is noordoostenwind.
C
Zaragoza ligt aan de loefzijde van het gebergte.
D
Zaragoza heeft een droger klimaat dan Bilbao.

Slide 12 - Quiz

Wind waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
Door de draaiing van de aarde krijgt de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechs en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
BB
Veel zonne-energie. 
Gevolg: Lagedrukgebied doordat opgewarmde lucht opstijgt.
L
Minste zonne-energie
Gevolg: koude lucht. Koude lucht is zwaar en beweegt naar beneden waardoor er een hogedrukgebied ontstaat.
H
Opgestegen lucht bij evenaar stroomt als hoge lucht weg. Koelt hoog in de atmosfeer af en daalt rond 30 graden NB en ZB waardoor een hogedrukgebied ontstaat.
H
Lucht van 30 graden (warm) botst met lucht van 60 graden (koud). Warme lucht stijgt op. Gevolg er onstaat een lagedrukgebied.
L
Verdieping: Extra

Slide 13 - Slide