This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Indeling van de les
1. Herhaling leerdoelen 6.3
2. Leerdoelen 6.4
3. Uitleg
4. Vragen over 6.4
5. Verwerking
6. Afsluiting
Slide 2 - Slide
Landijs/gletsjer?
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.
Herhaling leerdoelen 6.3
Aan het einde van de les:
- weet je wat de kenmerken zijn van de belangrijkste klimaten van de gematigde zone in Europa: Zeeklimaat/ Middellands Zeeklimaat/ Landklimaat/ Toendraklimaat/Hooggebergteklimaat
- weet je wat het verband is tussen klimaat en plantengroei
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.
Leerdoelen 6.4
Aan het einde van de les:
- Hoe zijn de klimaten in Europa de afgelopen eeuw veranderd?
Slide 5 - Slide
Zeeklimaat
Hooggebergteklimaat
Middellandse zeeklimaat
Landklimaat
pool/toendraklimaat
Slide 6 - Drag question
Klimaatverandering in Europa
Je spreekt over klimaatverandering als het weer en/of het klimaat over een lange periode op aarde verandert.
Slide 7 - Slide
IJstijden B118
IJstijden en interglaciale tijden wisselden elkaar af.
Belangrijk kenmerk:
er valt in de winter meer sneeuw dan in de zomer wegsmelt.
Ook het albedo effect had een negatief gevolg, het werd daardoor kouder op aarde!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
15.000 en 45.000 jaar vanaf nu!!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Landijs en zeeijs
LANDIJS
Kenmerk?
ZEE-IJS
Kenmerk?
Slide 12 - Slide
Landijs
Zee-ijs
Drijfijs
Slide 13 - Slide
Landijs
Gletsjer B119
Slide 14 - Slide
Gletsjers B119
Een gletsjer begint in een firnbekken: een verzamelplek voor sneeuw hoog in de bergen.
Firn = korrelige sneeuw.
Bij een vol firnbekken glijdt een ijstong richting dal.
Firnbekken + ijstong = gletsjer.
Lage snelheid.
Een gletsjer is voortdurend in beweging, maar lijkt stil te liggen.
Smelt in het dal en is er een gletsjerrivier.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Landijs/gletsjer
Slide 17 - Slide
Vroeger ...
... en nu!
Klimaatverandering in koude gebieden B142
Noem 3 verschillen!
Slide 18 - Slide
Gletsjers ontstaan ...
A
in het laagland
B
in berggebieden
C
in het dal
D
hoog in de bergen
Slide 19 - Quiz
Gletsjers zijn een vorm van ...
A
zee ijs
B
landijs
C
waterijs
D
gemengd ijs
Slide 20 - Quiz
Wat is de snelheid van een gletsjer?
A
30 tot 40 meter per dag
B
10 tot 20 meter per week
C
20 tot 50 meter per week
D
40 tot 50 meter per jaar
Slide 21 - Quiz
Broeikaseffect
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Broeikaseffect in koude gebieden B142
Arctic greening =meer vegetatie in de koude gebieden.
Voordeel: meer landbouwoppervlak.
Nadeel: zeespiegelstijging , landen kunnen overstromen.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Broeikaseffect in droge gebieden B143
Droge gebieden worden nog droger.
Meer verdamping.
Watertekorten.
Verwoestijning.
Slide 26 - Slide
Klimaatverandering is het weer gemeten over....
A
1 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
60 jaar
Slide 27 - Quiz
Zonnestralen worden verwarmt door aardoppervlak
Broeikasgassen in de dampkring
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
Vastgehouden warmte
Slide 28 - Drag question
effect in koude gebieden
effect in warme gebieden
meer planten
minder planten
minder water
meer water
meer landbouwgrond
minder landbouwgrond
Slide 29 - Drag question
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
Ik kan in grote lijnen antwoord geven op de volgende leerdoelen: - weet je wat de kenmerken zijn van de belangrijkste klimaten van de gematigde zone in Europa: Zeeklimaat/ Middellands Zeeklimaat/ Landklimaat/ Toendraklimaat/Hooggebergteklimaat - weet je wat het verband is tussen klimaat en plantengroei