Tegenargument/weerlegging

Wat weet je al over tegenargumenten en weerlegging?
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat weet je al over tegenargumenten en weerlegging?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De militaire dienstplicht moet worden ingevoerd in Nederland. Dat zal jongeren discipline bijbrengen.
A
De eerste zin is het argument.
B
De tweede zin is het argument.

Slide 4 - Quiz

(De militaire dienstplicht moet worden ingevoerd in Nederland. Dat zal jongeren discipline bijbrengen.)

-Bij het invoeren van de dienstplicht gaat iedereen studievertraging oplopen.
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 5 - Quiz

Nederlandse clubs verdienen weinig aan tv-rechten en reclames. Nederlandse clubs zullen nooit topspelers kunnen veroorloven.
A
De eerste zin is het argument.
B
De tweede zin is het argument.

Slide 6 - Quiz

(Nederlandse clubs verdienen weinig aan tv-rechten en reclames. Nederlandse clubs zullen nooit topspelers kunnen veroorloven.)

-Ajax had vorig jaar 40 miljoen euro aan reclame-inkomsten.
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Alpinisme is een van de gezondste sporten: je beweegt veel en je bent heel de dag buiten.
A
Het eerste deel is een argument
B
Het tweede deel is een argument

Slide 9 - Quiz

(Alpinisme is een van de gezondste sporten: je beweegt veel en je bent heel de dag buiten.)

-Jaarlijks sterven tientallen alpinisten tijdens de uitoefening van de sport
A
Dit is een weerlegging
B
Dit is een tegenargument

Slide 10 - Quiz

Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken verboden worden
A
Het eerste deel is een argument
B
Het tweede deel is een argument

Slide 11 - Quiz

Roken moet verboden worden, omdat rokers geen rekening houden met anderen.

Verzin een tegenargument

Slide 12 - Open question

Roken moet verboden worden, omdat rokers geen rekening houden met anderen.

Verzin een weerlegging

Slide 13 - Open question

Tegenargument: Je geeft een reden waarom je het niet eens bent.
Weerlegging: Je laat zien dat het argument van de ander niet klopt of onjuist is.

Slide 14 - Slide

Vragen?

Slide 15 - Slide