In arme landen
groeiden de steden pas vanaf 1960. Door de armoede op het platteland zochten mensen werk in de stad. Er ontstaan
krottenwijkenDit zijn wijken met slechte bouwmaterialen, geen waterleiding, riolering of elektriciteit.
Op den duur verbetert dit en worden het gewone wijken, mensen bouwen vaak aan de rand van de stad.
Maar ook liggen de wijken vaak op gevaarlijke plekken zoals langs een spoorlijn, op een stijle helling of bij een vuilstortplaats.