B1 - Periode 4 - H2 Les 2 - GSE (21-04 / 26-05-2023)

El programa de hoy

  1. INFO, OBJETIVOS (doelen), DEBERES 
  2. EL PRESENTE gram nr 35, WB p.44 (15m)
  3. VOCAB 2.2  (10m)
  4. BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD gram. nr. 8 + practicar voc. p.7 oef 1 (2-3) (20m)
  5. UN COLEGIO DIFERENTE, TB p.33 (10m)
  6. REFLEXIÓN, DEBERES (5m)


Tekstballon: 'Hier spreken we Spaans'.


    1 / 30
    next
    Slide 1: Slide
    SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

    time-iconLesson duration is: 60 min

    Items in this lesson

    El programa de hoy

    1. INFO, OBJETIVOS (doelen), DEBERES 
    2. EL PRESENTE gram nr 35, WB p.44 (15m)
    3. VOCAB 2.2  (10m)
    4. BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD gram. nr. 8 + practicar voc. p.7 oef 1 (2-3) (20m)
    5. UN COLEGIO DIFERENTE, TB p.33 (10m)
    6. REFLEXIÓN, DEBERES (5m)


    Tekstballon: 'Hier spreken we Spaans'.


      Slide 1 - Slide

      Leerdoelen (metas)
      1. Je leert jezelf voorstellen en communiceren over je woonsituatie en je school. 
      2. Dit communiceren leer je zowel productief (spreken/schrijven) als receptief (lezen/luisteren).    
      3. Je leert woordenschat en grammatica die je nodig hebt om het Spaans te kunnen produceren en begrijpen op ERK-niveau A1.   
      4. Kennis van het Spaanse taalgebied: je leert over de achtergronden van Spaanstalige kinderen en over scholen in het Spaanse taalgebied.           
         

      Slide 2 - Slide

      Aan het eind van deze les...

      Slide 3 - Slide

      Comprobar los deberes
      vocab 2.1 in beide richtingen; 
      leren frase clave zin 1 t/m 4 (p.5); 
      herhalen: werkwoorden gram. nr 25-26-27-28-35

      maken: Voc p. 9-10 afmaken (zoek de werkwoorden op in gram. nr 25-26);

      Slide 4 - Slide

      Tegenwoordige tijd: 'El presente' (15m)
      Weet je de vervoeging van de werkwoorden nog?
      Kijk het filmpje op de volgende slide.
      Daarna maak je de oefeningen.

      Slide 5 - Slide

      Slide 6 - Video

      Slide 7 - Slide

      Slide 8 - Slide

      Slide 9 - Slide

      VERBOS: El presente (tegenw. tijd)
      1. gram. nr. 35 herhalen
      2. oefeningen WB (grijze werkboek) p.44: 
      • 8A schrijf in je schrift en onderstreep de uitgangen, 
      • 8B vul de rijtjes in en zoek de vertaling van het hele werkwoord op

      KLAAR? Oefen verder in voc. p.15-16, oefening 6-7

      Slide 10 - Slide

      Vocabulario (10m)

      Repetir (herhalen): Voc. 2.1 + frases 1-4
      Aprender (leren): Voc. 2.2 

      Atención: ¿Sabes las partes del día (weet je de dagdelen)?
      Maak de sleepvraag op de volgende slide.
      timer
      5:00

      Slide 11 - Slide

      Slide 12 - Slide

      Dagdelen (2)
      ¿Sabes las partes del día?

      Maak de sleepvraag op de volgende pagina.

      Slide 13 - Slide

      por la mañana
      por la noche
      por la tarde
      al mediodía
      por la noche

      Slide 14 - Drag question

      Slide 15 - Slide

      Slide 16 - Video

      Slide 17 - Slide

      Vertaal de volgende uitdrukkingen:
      1. mijn zus
      2.. jullie school
      3. onze vrienden
      4. jouw ouders

      Slide 18 - Open question

      Un colegio diferente

      Slide 19 - Slide

      Beantwoordt de onderstaande vraag in het Spaans!
      ¿De dónde son Dora, Billy, Mikaela y Minerva?

      Slide 20 - Open question

      Hoe heb jij vandaag gewerkt?
      😒🙁😐🙂😃

      Slide 21 - Poll

      Wat zou je eventueel anders willen aanpakken de volgende keer?

      Slide 22 - Open question

      Los deberes
      Leren: voc. 2.2 S-N+ gram. nr. 8 + nr. 35 
      afmaken WB p.44 (regelm ww);  
      afmaken voc. p. 13-15 oef 1 t/m 5 (onregelm ww); 
      afmaken: bezittelijk voornaamwoord voc. p.7 oef 1 

      Slide 23 - Slide

      Reglas
      1. spullen en huiswerk in orde
      2. vragen? hand opsteken
      3. als docent spreekt, ben je stil
      4. binnen? op je eigen plaats zitten en spullen gereed
      5. respecteer elkaar, en zit niet aan elkaars spullen
      6. Telefoons in de telefoontas aan de muur,  
      opgeladen laptop in je rugzak

      Slide 24 - Slide

      Slide 25 - Slide

      15m- Gramática un/uno, y/e 
      1. Bestudeer gram. nrs: Gram. nr 2 (un/uno) + nr. 6 (y/e)
          2. Maak: VOC p.23 oef 1 (un/uno) + oef 2 (y/e)


      Ga naar verbuga.eu.
      --> Vul in bij ww: ser, tener, hablar, llamarse
      --> Vul in bij tijden: presente

      Slide 26 - Slide

      Wat heb je vandaag geleerd?
      Geef voorbeelden.

      Slide 27 - Mind map

      Slide 28 - Video

      La pronunciación: el acento
      El acento (de klemtoon)
      1. eindigt een woord op klinker, of n, of s, dan ......
      2. eindigt een woord op een andere letter, dan .....

      Wijkt de werkelijke uitspraak af, dan schrijf je een accent.
      Het accent geeft aan op welke lettergreep de klemtoon valt.
      • het accent staat altijd dezelfde kant op ‘ 
      •  ook op een vraagwoord schrijf je een accent. Voorbeeld ¿Cómo? = Hoe?

      REPASO: spreek de woorden van vocab. 1.1 uit en pas de uitspraakregels toe.

      Slide 29 - Slide

      Slide 30 - Video