This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 7.4
hoe komt het Rijk rond
Slide 1 - Slide
Lesdoel
wat is de rijksbegroting
wat is de miljoenennota
wat is een begrotingstekort of begrotingsoverschot
welke belastingen betalen we allemaal aan het Rijk
Wat is het draagkrachtbeginsel en het profijtbeginsel
Slide 2 - Slide
Rijksbegroting & Miljoenennota
Slide 3 - Slide
Rijksbegroting en Miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht
De miljoenennota is een samenvatting van de rijksbegroting
Slide 4 - Slide
De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen
Slide 5 - Quiz
Begrotingstekort & -overschot
Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
Geld lenen
Bezuinigen
Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
Schuld aflossen
Meer uitgeven
Slide 6 - Slide
Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen
Slide 7 - Quiz
Inkomsten voor het Rijk
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Sociale premies
Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)
Slide 8 - Slide
Directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.
Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.
--> draagkrachtbeginsel of profijtbeginsel.
Slide 9 - Slide
Indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.
Het gaat om btw en accijns.
Slide 10 - Slide
Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.
Slide 11 - Quiz
Wat zijn ook al weer accijnzen?
Slide 12 - Open question
Beginselen
Beginselen: De belastingen die de overheid heft, gaan volgens bepaalde principes, oftewel "beginselen".
Draagkrachtbeginsel: Dit betekent dat de "sterkeren" meer bijdragen aan belastingen. Dus met een hoger inkomen betaal je meer % belasting (bijv: inkomstenbelasting)
Profijtbeginsel: Je betaalt belasting op het moment dat je ergens gebruik van maakt ( bijv: autobezitters die motorrijtuigenbelasting betalen)
Slide 13 - Slide
Draagkrachtbeginsel
Wie heeft de meeste draagkracht?
Slide 14 - Slide
Profijtbeginsel
Profijtbeginsel
Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
Voorbeeld: wegenbelasting
Slide 15 - Slide
De inkomstenbelasting is gebaseerd op het ...beginsel.
A
Solidariteit
B
Draagkracht
C
Profijt
Slide 16 - Quiz
Juist of onjuist? De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota
Slide 18 - Quiz
Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%
Slide 19 - Quiz
Motorrijtuigenbelasting is een vorm van:
A
draagkrachtbeginsel
B
vervoersbeginsel
C
profijtbeginsel
D
solidariteitsbeginsel
Slide 20 - Quiz
Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
Slide 21 - Quiz
Ieder jaar op leest de koning de
voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
De verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk staan in de
In de staat een toelichting hierop, waarin de regering uitlegt welke keuzes zij gemaakt heeft..
Prinsjesdag
Miljoenennota
Rijksbegroting
Troonrede
Koningsdag
Slide 22 - Drag question
Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte
Slide 23 - Quiz
Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.
C
inkomstenbelasting
D
uitgavenbelasting
Slide 24 - Quiz
Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte
Slide 25 - Quiz
Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde
Slide 26 - Quiz
Wat heb je geleerd?
Slide 27 - Slide
Wat is de rijksbegroting?
Slide 28 - Open question
Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?
Slide 29 - Open question
Welke belastingen betalen wij als burgers aan het Rijk?