,

VMBO3 par 7.4 hoe komt het rijk rond

WELKOM
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie (lessonup + vragen)
  • Opdrachten maken boek
  • Opdrachten bespreken 
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

 Paragraaf 7.3
Terugblik

Slide 3 - Slide

Collectieve sector  


Particuliere sector



Overheid en sociale zekerheid instellingen waar iedereen gebruik van kan maken.
Bedrijven, willen goederen en diensten verkopen om winst te maken.

Slide 4 - Slide

Collectieve voorzieningen
  • Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken
  • Collectieve sector = de overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen

Slide 5 - Slide

Privatisering
Verkoop van een dienst of activiteit van de overheid aan een bedrijf in de particuliere sector.

Waarom?
  • overheid verwacht betere kwaliteit of lagere prijs
  • overheid vindt het niet meer nodig om zelf te doen

Slide 6 - Slide

Paragraaf 7.4
hoe komt het Rijk rond

Slide 7 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je in eigen woorden omschrijven:
  • wat de rijksbegroting is
  • wat de miljoenennota is
  • wat een begrotingstekort of begrotingsoverschot is
  • wat de staatsschuld is
  • welke belastingen we allemaal betalen aan het Rijk 
  • Wat het draagkrachtbeginsel en het profijtbeginsel is

Slide 8 - Slide

Prinsjesdag in 1 minuut (2018)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Rijksbegroting & Miljoenennota

Slide 11 - Slide

Rijksbegroting en Miljoenennota

De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht


De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting

Slide 12 - Slide

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 13 - Quiz

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 14 - Slide

Staatsschuld
Begrotingstekort -> staatsschuld neemt toe

Slide 15 - Slide

Wat doet de overheid NIET om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 16 - Quiz

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde

Slide 17 - Quiz

Inkomsten voor het Rijk
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Sociale premies
  • Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)

Slide 18 - Slide

Directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen
b.v. inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.

Slide 19 - Slide

Indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.


Slide 20 - Slide

Sociale premies
  • premie werknemersverzekeringen
  • premie werkgeversverzekeringen 

Slide 21 - Slide

Niet-belastingontvangsten
  • aardgasbaten
  • winst uit staatsbedrijven
  • boetes

Slide 22 - Slide

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 23 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 24 - Quiz

Beginselen
Beginselen: De belastingen die de overheid heft, gaan volgens bepaalde principes, oftewel "beginselen".

  • Draagkrachtbeginsel: Dit betekent dat de "sterkeren" meer bijdragen aan belastingen. Dus met een hoger inkomen betaal je meer % belasting (bijv: inkomstenbelasting)
  • Profijtbeginsel: Je betaalt belasting op het moment dat je ergens gebruik van maakt ( bijv: autobezitters die motorrijtuigenbelasting betalen)

Slide 25 - Slide

Draagkrachtbeginsel
Wie heeft de meeste draagkracht?

Slide 26 - Slide

Profijtbeginsel
Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeeld: wegenbelasting

Slide 27 - Slide

De inkomstenbelasting is gebaseerd op het ...beginsel.
A
Solidariteit
B
Draagkracht
C
Profijt

Slide 28 - Quiz

Motorrijtuigenbelasting is een vorm van:
A
draagkrachtbeginsel
B
vervoersbeginsel
C
profijtbeginsel
D
solidariteitsbeginsel

Slide 29 - Quiz

OEFENEN in de les
Oefenen uit je boek, paragraaf 7.4 vanaf blz 206
vraag 44.a, 45, 46 & 47

Zo meteen bespreken

Slide 30 - Slide

HUISWERK
Alle opgaven uit het boek, paragraaf 7.4 vanaf blz 206

Slide 31 - Slide

Succes in de toetsweek!
& bedankt voor de aandacht! 

Slide 32 - Slide