Je kan twee voorbeelden geven hoe informatie in informatica gebruikt wordt
Je kan het verschil tussen gegevens en informatie beschrijven
Informatie
introductie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Lesdoelen
Je kan twee voorbeelden geven hoe informatie in informatica gebruikt wordt
Je kan het verschil tussen gegevens en informatie beschrijven
Informatie
introductie
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Agenda
Informatie en dataverwerking ~10 min.
Zelfstandig aan de slag ~ 30 min.
Afsluiting ~5 min.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
ICT
Informatie- en CommunicatieTechnologie
Hardware
Software
Slide 3 - Slide
Vraag aan de klas: "Waarom moeten we dit nou weten?"
Antwoord: alles werkt o.b.v. informatie. Je telefoon, auto, spelletjes, programmeren. Allemaal gegevens die heen en weer gestuurd worden, verwerkt worden en betekenis krijgen.
Hardware
Software
Slide 4 - Drag question
This item has no instructions
Informatie
"Informatie is een gegeven of verzameling gegevens die voor iets of iemand een betekenis hebben"
Slide 5 - Slide
Vraag aan de klas: "Waarom moeten we dit nou weten?"
Antwoord: alles werkt o.b.v. informatie. Je telefoon, auto, spelletjes, programmeren. Allemaal gegevens die heen en weer gestuurd worden, verwerkt worden en betekenis krijgen.
"Informatie is een gegeven of verzameling gegevens die voor iets of iemand een betekenis hebben"
Wat wordt hiermee bedoeld? Geef een voorbeeld
Slide 6 - Open question
* Postcode
* Datum
Informatiesystemen
Schema van een informatiesysteem
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
De handvatten zijn de data
Als een handvat data is, wat is er dan allemaal nog meer data?
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Welke soorten data kan je bedenken?
Slide 9 - Open question
This item has no instructions
Soorten data
Mensen - foto's, videos, gegevens die je invult
Activiteiten van gebruikers - zoekopdrachten, koopgedrag
Sensoren - licht, temperatuur
Geautomatiseerde systemen - het weer, in je auto
Metadata - data over data: in welke taal is de data? welke camera is gebruikt voor de foto?
Activiteiten van systemen - logboeken die bijhouden hoe een systeem werkt
Logboek van LessonUp van deze les
Slide 10 - Slide
Vraag aan de klas: "Waarom moeten we dit nou weten?"
Antwoord: alles werkt o.b.v. informatie. Je telefoon, auto, spelletjes, programmeren. Allemaal gegevens die heen en weer gestuurd worden, verwerkt worden en betekenis krijgen.