Unité 1 SO 1 bespreken (observatie Eva)

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

>Je kunt gesprekken en berichten begrijpen over het openbaar vervoer en het weer
> je kunt de voltooide tijd (passé composé) toepassen met être 

Slide 2 - Slide

> Parler 
> toets bespreken in groepjes 
> Répéter les pays, le temps, sortir/partir, invul exercices, lidwoorden 
> Faites écouter

Slide 3 - Slide

Parler Hv2 
vraagzinnen

Slide 4 - Slide

les pays
le temps
sortir
invul oefeningen
fini? --> 
faites écouter
Charlize 
Yara
Charlize
Yara
Niels
Anne
Dylan
Anne
Bruno
Maud
Tess
Owen
Jason
Owen
Esmee
Jason
Jacco
Xavi
Joël
Xavi
Joël
Xavi
Elin
Vigo
Elin
Vigo
Esmee
Zoë
+ iedereen die klaar is
Lotte
Lotte

Slide 5 - Slide

Les pays = de landen
1. regarder le vidéo 
2. bekijk de korte instructie op de volgende sheet
3. faites de live work sheet (klik hierop) aan het einde klik je op "finish --> check my answers" om je antwoorden na te kijken

Slide 6 - Slide

Landen en steden
>  la -> en, bijvoorbeeld la France wordt en France (naar Frankrijk)
> le -> au, bijvoorbeeld le Portugal wordt au Portugal
 > les -> aux, bijvoorbeeld les Pays-Bas wordt aux Pays-Bas
> Is het een stad -> à, bijvoorbeeld Paris wordt           à Paris

Slide 7 - Slide

le temps
1. regarder le vidéo
2. bekijk de extra uitleg op de volgende sheets
3. faites de live work sheet (klik hierop)
4. !extra uitdaging! faites de live worksheet (klik hierop)
aan het einde klik je op "finish --> check my answers" om je antwoorden na te kijken

Slide 8 - Slide

Le temps
>  praat je over het weer in het frans? = altijd met het werkwoord 'faire' --> il fait of il faisait (in de verledentijd)

Slide 9 - Slide

Sortir et (partir)
1. regarder le vidéo
2. faites www.socrative.com --> roomname: MOOI5000 (inloggen eigen naam)
3. faites live worksheet (klik hier)

uitleg filmpje ww op -ir

Slide 10 - Slide

Invul oefeningen
stap 1: vertaal de woorden die ingevuld moeten worden

stap 2: vertaal de zinnen (zonder de invul woorden)

stap 3: Vul de woorden in waarvan je zeker weet dat die in die zin horen te staan.

stap 4: lees die zinnen nogmaals en vertaal ze naar het Nederlands. Klopt de zin nog steeds? Of is het een beetje een rare zin geworden? Let op! je mag best de zin in een andere volgorde zetten maar de vertaling moet wel hetzelfde blijven
staan er woorden die je niet kent in de opdracht? gebruik www.mijnwoordenboek.nl of een woordenboek

Slide 11 - Slide

Invul oefeningen
Kies uit onderstaande woorden en vul de juiste in:
guichet - le retard - le pont - la queue - le voyageur - payer
  1. Il y a beaucoup de monde! Regarde ___________.
  2. __________ prend le train.
  3. Tu dois _________ par carte bancaire?
  4. On va au _________ pour acheter des billets. 

antwoorden staan op de volgende sheet

Slide 12 - Slide

Invul oefeningen
Kies uit onderstaande woorden en vul de juiste in:
guichet - le retard - le pont - la queue - le voyageur - payer
  1. Il y a beaucoup de monde! Regarde la queue.
  2. le voyageur prend le train.
  3. Tu dois payer par carte bancaire?
  4. On va au guichet pour acheter des billets. 

antwoorden staan op de volgende sheet

Slide 13 - Slide

Invul oefeningen
de grens – het vliegtuig – een autoweg – het weerbericht – een ramp – parkeren – misselijk zijn – een file – een omleiding

1.L’A7 est.................................................................
2.Tu aimes prendre la voiture? Moi, je préfère…………
3. Mon petit frère....................quand il voyage en voiture. Donc il prend des médicaments.
4. Il n’y a pas de contrôles à..................................
5. Il faut................................la voiture dans le parking.
6. En ce moment il y a …………………….de 15 kilomètres sur l’A10.
7. Tu écoutes............................à la radio? Quel temps fait-il ?
8. Il y a encore……………………. parce que il y a des travaux ! C’est…………………….. !!! 







!uitdaging! antwoorden staan op de volgende sheet
gebruik www.mijnwoordenboek.nl als je een woord niet kent of je boek!

Slide 14 - Slide

Invul oefeningen
de grens het vliegtuig een autoweg het weerbericht
een ramp parkerenmisselijk zijneen file een omleiding

1.L’A7 est une autoroute
2.Tu aimes prendre la voiture? Moi, je préfère l’avion
3. Mon petit frère a mal au cœur quand il voyage en voiture. Donc il prend des médicaments.
4. Il n’y a pas de contrôles à la frontière
5. Il faut garer la voiture dans le parking.
6. En ce moment il y a un bouchon de 15 kilomètres sur l’A10.
7. Tu écoutes la météo à la radio? Quel temps fait-il ?
8. Il y a encore une déviation parce que il y a des travaux ! C’est un désastre !!! 













Slide 15 - Slide

Quoi? faites exercice 9,10,11,12, 13, 14, 15 page 19 - 22
Comment? sur ton ordinateur
Aide? camarade de classe, ta prof
Durée? 30 min
Fini? apprenez apprendre 4 page 39 (répétez apprendre 1,2 et 3)

Pourquoi? Om te oefenen met vervoer en vervoersmiddelen, richting aangeven in het Frans

Slide 16 - Slide

invullen vragenlijst 1
> ga naar: mijnles.nu/
wachtwoord: NLC7Z3Z

> invullen vragen lijst 2 via mv. Kardinaal 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide