A en an of the?

A en an of the?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

A en an of the?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wanneer je a en an gebruikt en wanneer je the gebruikt. Daarnaast kun je oefenen met a en an.

Slide 2 - Slide

Lidwoorden
Lidwoorden zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. Er zijn twee lidwoorden in het Engels: a/an en the.

Slide 3 - Slide

Gebruik van a en an
A en an worden gebruikt voor enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker of medeklinker. A wordt gebruikt voor woorden die beginnen met een medeklinker en an voor woorden die beginnen met een klinker.

Slide 4 - Slide

Klinkers en medeklinkers
Klinkers zijn de letters a, e, i, o, u. Medeklinkers zijn alle andere letters.

Slide 5 - Slide

Welk lidwoord hoort bij het woord 'elephant'?
A
a
B
en
C
in
D
an

Slide 6 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij het woord 'euro'?
A
en
B
an
C
a
D
in

Slide 7 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij het woord 'umbrella'?
A
en
B
a
C
in
D
an

Slide 8 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij het woord 'hour'?
A
a
B
in
C
an
D
en

Slide 9 - Quiz

Welk lidwoord hoort bij het woord 'apple'?
A
an
B
a
C
in
D
en

Slide 10 - Quiz

Waarom gebruik je 'an' in plaats van 'a'?
A
Als het woord vrouwelijk is
B
Als het woord met een medeklinker begint
C
Als het woord meervoud is
D
Als het woord met een klinker begint

Slide 11 - Quiz

Gebruik van the
The wordt gebruikt voor specifieke zelfstandige naamwoorden, zoals bijvoorbeeld een bepaald persoon, dier of ding. Ook wordt the gebruikt voor meervoudige zelfstandige naamwoorden.

Slide 12 - Slide

Samenvatting
Lidwoorden zijn woorden die voor zelfstandige naamwoorden staan. Er zijn twee lidwoorden in het Engels: a/an en the. A en an worden gebruikt voor enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker of medeklinker. The wordt gebruikt voor specifieke zelfstandige naamwoorden en meervoudige zelfstandige naamwoorden.

Slide 13 - Slide