7.3 vervolg: batterijen en brandstofcellen

7.3 Elektrochemische cellen
vervolg: batterijen en brandstofcellen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

7.3 Elektrochemische cellen
vervolg: batterijen en brandstofcellen

Slide 1 - Slide

Herhaling elektrochemische cel
+ DEMO

Slide 2 - Slide

Weet je het nog?
1. Geef de halfreactie van de OX en de RED
2. Geef de richting van de elektronen aan
3. Wat is de plus/min pool?
4. wat gebeurt er in de zoutbrug?

Neem de figuur over in je schrift en beantwoord de vragen.
Daniell cel

Slide 3 - Slide

1. Geef de halfreactie's van de OX en RED

Slide 4 - Slide

2. Geef de richting van de elektronen aan

Slide 5 - Slide

3. Wat is de pluspool en wat is de minpool in deze cel?

Slide 6 - Slide

4. De zoutbrug sluit de stroomkring: wat gebeurt er bij de zoutbrug?

Slide 7 - Slide

Demo
+ Opgave 21

Slide 8 - Slide

Batterijen en accu's zijn elektrochemische cellen

Slide 9 - Slide

Tekst

Slide 10 - Slide

Brandstofcel
  • Kleiner en lichter en kunnen meer
    energie bevatten
  • Elektrochemische cel met
    voortdurende aanvoer van reagerende stoffen 
  • Ox: O2 + 4 H+ + 4 e- -> 2 H2O
  • Red: H2 -> 2 H+ + 2 e- (2x)
  • Totaal: 2 H2 + O2 -> 2 H2O
H+ tegen elkaar wegstrepen.
Ox: zuurstof
Red: waterstof, methaan of methanol
Waterstof verkrijgen: fossiele brandstoffen verbranden (niet duurzaam!) of elektrolyse van water

Slide 11 - Slide

Noteer: Brandstofcel
  • In een brandstof reageert een brandstof, de reactieproducten zijn oxides.
  • De oxidator is zuurstof. (uit lucht) + pool
  • De reductor is de brandstof. - pool
  • Bij een brandstofcel moet de brandstof continu worden aangevoerd.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Methanolbrandstofcel
O2+ 4H+ + 4e--> 2H2O 
CH3OH + H2O -> CO2  + 6H+ +  6e-

Slide 14 - Slide

De halfvergelijking van methanol in deze brandstofcel is.
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Waterstof voor de brandstofcel maken met elektrolyse. Energietransitie
verbonden met - pool:    2H2O +2e- -> H2 + 2OH
verbonden met +pool 2H2O --> 4H+ + 4e- + O2



Slide 16 - Slide

Tijdens stroomlevering neemt de massa van de positieve koperelektrode toe met 63,5 gram.
Wat gebeurt er met de massa van de negatieve zinkelektrode.

Zn: 65,4 gram /mol
Cu: 63,5 gram / mol
A
die neemt af met 63,5 gram
B
die neemt toe met 63,5 gram
C
die neemt af met 65,4 gram
D
die neemt toe met 65,4 gram

Slide 17 - Quiz

In deze cel met een koper en zilverelektrode. Welk deeltje reageert hier bij de min-pool? En Welk deeltje bij de pluspool?
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Hoe verandert de lading van het looddeeltje bij de halfvergelijking aan de postieve pool?

+ pool  
PbO2(s) + 4H+ + SO42- + 2e- -->           PbSO4 + 2H2

 
 
A
van 4- naar 2 -
B
van 4+ naar 2+
C
van 2+ naar 4+
D
van 2- naar 2+

Slide 19 - Quiz

Je kunt nu: 
  • uitleggen welke energie-omzetting plaatsvindt in een elektrochemische cel.
  • een elektrochemische cel beschrijven met de halfvergelijking van een oxidator en van een reductor en weet hoe de elektronenstroom gaat.
  • afleiden wat de positieve en de negatieve pool is in een elektrochemische cel.
  • uitleggen wat een brandstofcel is.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Lees nogmaals goed paragraaf 7.3
Maken opgave 20,24,25,28 en 29

Slide 21 - Slide

Paragraaf 4 Energieopslag met redoxreacties

Slide 22 - Slide

Loodaccu
De reacties tijdens stroomlevering:

+ pool  PbO2(s) + 4H+ + SO42- + 2e-  ------>                PbSO4 + 2H2

- pool  Pb(s) + SO42-  ------>   PbSO4 + 2e-

De reacties tijdens het opladen zijn precies omgekeerd aan de reacties tijdens stroomleveren. 
 

Slide 23 - Slide

Noteer: Een accu is een oplaadbare batterij
  • BIj een oplaadbare batterij zijn de reacties omkeerbaar als je een externe stroombron aansluit.
  • Voor een oplaadbare batterij moeten de reactieproducten in de buurt van de elektrodes blijven.
  • Bij het opladen vinden precies de omgekeerde halfreacties plaats.

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Lees goed paragraaf 7.4
Maken opgave .35 t/m 38 behalve 36a,b en d; 37d en e.

Slide 25 - Slide