Schrijftips

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

3

Slide 3 - Video

01:25
Ik bel aan bij Jan, maar hij is niet thuis.

Herschrijf deze zin zonder 'maar'.

Slide 4 - Open question

01:54
De Vikingen speelden 's avonds vaak een primitief schaakspel op een bord van 9 bij 9 velden.

Herschrijf deze zin zonder het woord 'vaak'.

Slide 5 - Open question

02:19
Herschrijf:
'De vrouw was heel slim'

Slide 6 - Mind map

Passieve zinnen - actieve zinnen
  • De afwas wordt razendsnel gedaan. Theo en Thea hebben haast.
  • Door wie wordt de afwas gedaan?


  • Theo en Thea doen de afwas. Ze hebben haast. 


Slide 7 - Slide

De walvis werd gevangen door een man in een roeiboot.

Herschrijf deze zin, maak hem actief!

Slide 8 - Open question

De bankovervaller werd op zijn neus gestompt door de bewaker.

Herschrijf deze zin, maak hem actief!

Slide 9 - Open question

Schrijftip: wees specifiek
  • We leveren topkwaliteit houten meubilair
  • We leveren topkwaliteit houten meubilair. Het hout is gemaakt van de beste boomsoorten.
  • We leveren topkwaliteit houten meubilair. Onze stoelen worden gemaakt van massief eiken uit het oosten van Slovenië. Door de langzame groei van deze soort, is het hout sterker.

Slide 10 - Slide

Het probleem bij de vorige vergadering was dat mensen vaak voor hun beurt praatten.

Herschrijf deze zin en geef meer informatie.

Slide 11 - Open question

Jonas was dik. Hij had een grote voorliefde voor fastfood.

Herschrijf deze zinnen en geef meer informatie.

Slide 12 - Open question

Anna Woltz
Tips van schrijfster Anna Woltz
Tip 1
Tip 2
Tip 3

Slide 13 - Slide

Hoofdpersonen
Bijfiguren
Leer je kennen door wat ze denken en voelen
Medespelers en figuranten
Maakt een ontwikkeling door
Hebben altijd een probleem
Types, leer je niet door en door kennen
Zijn vaak helper / tegenstander

Slide 14 - Drag question

Sleep naar de juiste vakjes
Sfeer
Ruimte
Tijd
Perspectief
Personages
Ik-vorm
Plaats
Tijdssprong
Bijfiguren
Flashback
Vertraging
Tijdstip
Hoofdpersoon
Flashforword

Slide 15 - Drag question

Ik-perspectief
Personaal perspectief
Alwetende verteller
Vanuit hij/zij persoon verteld, je weet wat iedereen in het verhaal denkt en voelt
Vanuit de ik-persoon geschreven
Vanuit hij/zij persoon verteld, je weet alleen wat de hoofdpersoon denkt 

Slide 16 - Drag question

ik-perspectief
personaal perspectief
auctoriaal perspectief
"Volgend jaar ga ik naar de derde klas. Dat lijkt me wel moeilijk!
Volgend jaar gaat Karin naar de derde klas. Ze weet alleen nog niet hoe moeilijk dat gaat worden. 
Volgend jaar gaat Karin naar de derde klas. Ze denkt dat het wel moeilijk wordt.
Mara wordt wakker. Ze weet niet waar ze is.

Slide 17 - Drag question

Ik-perspectief 
Hij/zij-perspectief 
Alwetend perspectief 
Wisselend perspectief 
Je weet niet wie het verhaal vertelt, het verhaal is in de hij/zij-vorm geschreven. 
Meerdere personen krijgen het woord. Verteller is onderdeel van het verhaal. 
De verteller staat boven het verhaal, hij doet niet mee. Je leest de beleving vanuit meerdere personages. 
Je leest mee vanuit de hoofdpersoon. Je leest over zijn/haar gedachten en gevoelens. 

Slide 18 - Drag question


Wat wordt bedoeld met een genresticker op een boek?
A
Geeft aan wat soort boek het is.
B
Geeft aan wie de schrijver is.
C
Geeft aan wat de titel is.
D
Geeft aan waar het boek in de kast staat.

Slide 19 - Quiz


Op basis waarvan worden de kenmerken van genres vastgesteld?
A
hoe de hoofdpersoon zich gedraagt
B
wanneer het verhaal zich afspeelt
C
plot, personages, perspectief, tijd en plaats
D
waar het verhaal zich afspeelt

Slide 20 - Quiz

Wat zijn genres?
A
een tijdssprong in het verhaal
B
een mening
C
een beoordelingswoord
D
een bepaald soort boek

Slide 21 - Quiz

Leg uit wat bedoeld wordt met het woord genres.
A
Een tijdssprong in het verhaal
B
een mening
C
een boordelingswoord
D
een bepaald soort boek

Slide 22 - Quiz

Literatuur
Lectuur
Uniek verhaal
Voorspelbaar
Cliché
Diepere betekenis
Oppervlakkig
Kritische houding

Slide 23 - Drag question

Lectuur
Literatuur

Slide 24 - Drag question

Wat zou 'verraad' in een verhaal niet kunnen zijn?

Let op: meerdere antwoorden mogelijk
A
onderwerp
B
motief
C
thema
D
leidmotief

Slide 25 - Quiz

Een telkens terugkerende rode auto is een:
A
abstract motief
B
leidmotief

Slide 26 - Quiz

In het boek 'De aanslag' kom je een aantal keren een dobbelsteen tegen, om aan te geven dat alles door toeval wordt bepaald. Dit is een voorbeeld van:
A
Een abstract motief
B
Een leidmotief

Slide 27 - Quiz

Schrijf één alinea over
dit tafereel. Gebruik de schrijftips!

Slide 28 - Open question

Welke schrijftips ga je toepassen in je toets?

Slide 29 - Open question

Ben je voorbereid op de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll