What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HERHALING - Kennismaken - rose - dag 9
HERHALING
Thema 1 Kennismaken - dag 9
Herhalen voorgaande dia's.
Normaliter op dag 9.
Variatie van aangeboden woorden plus bijpassende opdrachten vanuit LU
Vervolgens woordenlijst met gearceerde aangeboden woorden én schrift meegeven voor het weekend: studeren voor de toets
dag 10: maandag; toets; variatie van aangeboden woorden, niet alleen de herhaling
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
HERHALING
Thema 1 Kennismaken - dag 9
Herhalen voorgaande dia's.
Normaliter op dag 9.
Variatie van aangeboden woorden plus bijpassende opdrachten vanuit LU
Vervolgens woordenlijst met gearceerde aangeboden woorden én schrift meegeven voor het weekend: studeren voor de toets
dag 10: maandag; toets; variatie van aangeboden woorden, niet alleen de herhaling
Slide 1 - Slide
HERHALEN
Thema 1 - Kennismaken
Slide 2 - Slide
Herhaling thema 1
kennismaken
Oefenen met de woorden.
Gebruik je schrift en de woordenlijst.
Maak de opdrachten.
Slide 3 - Slide
Wat is een achternaam?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
je voornaam
B
de naam van je familie
C
het tegenovergestelde van je 'voornaam'
D
niet je voornaam
Slide 4 - Quiz
Ik ga altijd naar voetbaltraining.
Wat betekent deze zin?
A
Ik ga soms naar de training.
B
Ik ga iedere keer naar de training.
Slide 5 - Quiz
Wat betekent belangrijk?
A
iets wat niet veel belang heeft
B
iets wat grote gevolgen heeft
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het woord 'bijna'?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
niet alles
B
alles
C
helemaal
D
niet helemaal
Slide 7 - Quiz
Een broer is ...
A
een vrouw of een zus van iemand.
B
een man of een jongen van iemand.
Slide 8 - Quiz
Waar lees je de betekenis van het woord 'de dag'?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
één van de zeven dagen van de week
B
De tijd dat het licht is.
C
de ochtend, de middag, de avond en de nacht
D
24 uur
Slide 9 - Quiz
Wat is een ander woord voor het woord 'direct'?
(Er zijn twee goede antwoorden.)
A
meteen
B
later
C
morgen
D
snel
Slide 10 - Quiz
Wat is enorm?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Ik kook - jij kookt - zij kokt - wij koken - jullie koken - zij koken
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
Een ander woord voor 'weinig tijd'.
(Er zijn meerdere goede antwoorden)
A
snel
B
kort
C
de klok
D
het horloge
Slide 13 - Quiz
ik kan
jij kunt
hij / zij kan
wij / jullie / zij kunnen
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
1) De man kan lekker koken.
2) De vrouw kunt lang praten.
3) Het kind kunnen mooi spelen.
A
1) goed 2) fout 3) goed
B
1) goed 2) goed 3) fout
C
1) fout 2) goed 3) fout
D
1) goed 2) fout 3) fout
Slide 15 - Quiz
Het kind is later dan andere kinderen.
Het kind is de ...
A
de lepel
B
laatste
C
snelste
D
eerste
Slide 16 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van 'laatst'?
A
aarst
B
uurst
C
eerst
D
inkst
Slide 17 - Quiz
Bij het woord 'oud' denk je aan ...
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
een kind op de basisschool.
B
iets wat al lang bestaat
C
iemand die pas geboren is
D
iemand die al lang leeft
Slide 18 - Quiz
Hoe noem je de moeder van je moeder?
A
tante
B
nicht
C
oma
D
zuster
Slide 19 - Quiz
Oma is de ...
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
vader van je ouders.
B
de moeder van je vader of moeder.
C
de moeder van je ouders.
D
de vader van je vader of moeder.
Slide 20 - Quiz
Waar zie je hier de picto
'praten'?
A
B
C
D
Slide 21 - Quiz
Wat is geen synoniem voor het woord
'praten'?
A
luisteren
B
spreken
C
kletsen
D
babbelen
Slide 22 - Quiz
Soms ga ik naar dansles, maar niet elke week.
Ik ga ...
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
af en toe
B
meteen
C
niet altijd
D
vaak
Slide 23 - Quiz
Wat is een synoniem van het woord 'soms'?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
meteen
B
niet altijd
C
af en toe
D
vaak
Slide 24 - Quiz
Waar zie je het kind niet 'spelen'?
A
B
C
D
Slide 25 - Quiz
Welke persoon is de broer van je vader of moeder?
A
de oom
B
de nicht
C
de opa
D
de tante
Slide 26 - Quiz
Welke persoon is de zus van je vader of moeder?
A
de oma
B
de vader
C
de oom
D
de tante
Slide 27 - Quiz
Welke twee personen horen bij elkaar?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
broer en opa
B
opa en oma
C
zus en oma
D
oom en tante
Slide 28 - Quiz
Welke telefoon is het oudste?
A
B
C
D
Slide 29 - Quiz
Mijn mobiel heb ik nog maar 1 week, hij is ...
A
rood
B
nieuw
C
klein
D
oud
Slide 30 - Quiz
Wie heeft hier vrij?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
B
C
D
Slide 31 - Quiz
Wat betekent 'vrij hebben'?
(Er zijn meerdere goede antwoorden.)
A
Ik heb vrije tijd.
B
Ik moet werken.
C
Ik hoef niet naar school.
D
Ik hoef niet te werken.
Slide 32 - Quiz
In welke zin lees je de betekenis van
'vrij hebben'?
A
Vandaag heb ik veel les.
B
Vandaag hoef ik niets te doen, heerlijk!
C
Het is een drukke dag op school.
D
Ik moet op tijd op mijn werk zijn.
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
HERHALING Kennismaken - rose - dag 9
March 2023
- Lesson with
33 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Karakter - eigenschappen - jobs
April 2022
- Lesson with
52 slides
NT2
Hoger onderwijs
Movies that Matter - Stupid Young Heart - v.a. vmbo-breed
August 2020
- Lesson with
20 slides
by
Filmeducatie
Maatschappijleer
Burgerschapsonderwijs
+1
Middelbare school
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4
Studiejaar 1,2
Filmeducatie
Movies that Matter - Stupid Young Heart - MBO
August 2020
- Lesson with
20 slides
by
Filmeducatie
Maatschappijleer
Burgerschapsonderwijs
+1
Middelbare school
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4
Studiejaar 1,2
Filmeducatie
Stupid Young Heart - Movies that Matter Educatie
March 2022
- Lesson with
20 slides
by
Filmeducatie
Maatschappijleer
Burgerschapsonderwijs
+1
Middelbare school
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4
Studiejaar 1,2
Filmeducatie
Tweetalig opvoeden en meertaligheid
February 2024
- Lesson with
28 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 2
dag 8
January 2023
- Lesson with
27 slides
6.2 Van alle markten thuis?
November 2018
- Lesson with
25 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld