IA, CI en bijwerkingen BH

Onderwerpen 
Interacties = IA = H5
Contra indicaties = CI = H6
Bijwerkingen = H7
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Onderwerpen 
Interacties = IA = H5
Contra indicaties = CI = H6
Bijwerkingen = H7

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Wat is een interactie in de apotheek?
A
Een reden waarom een patient een medicijn niet mag gebruiken.
B
Reden van voorschrijven
C
Toepassing
D
Ongewenste werking tussen 2 of meer middelen

Slide 4 - Quiz

Wat kan GEEN gevolg van een interactie zijn?
A
Meer/ergere bijwerkingen
B
Mindere werking
C
Verlengde/versterkte werking
D
Er zijn geen gevolgen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Wat is een contra-indicatie?
A
Een wisselwerking tussen 2 middelen
B
Een ongewenste werking
C
De reden voor gebruik
D
Een reden om een medicijn niet te gebruiken.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Noem een CI

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is een absolute CI?
A
Dit middel mag je onder voorwaarden gebruiken
B
Dit middel mag je niet gebruiken

Slide 20 - Quiz

Wat is een relatieve CI?
A
Dit middel mag je onder voorwaarden gebruiken
B
Dit middel mag je niet gebruiken

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Intolerantie 
Overgevoeligheid 
Geneesmiddel word niet verdragen 
Heftige bijwerkingen
Geen reactie imuunsysteem
Reactie imuunsysteem 
Bv: aardbei / pinda / hooikoorst 
Bv: antibiotica / missen van enzym bij lactoseintolerantie 

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wie kan een bijwerking doorgeven?
A
Arts
B
Patiënt
C
Apothekersassistent
D
Apotheker

Slide 30 - Quiz

Waar kun je een bijwerking doorgeven?
A
LAREB
B
CBG
C
Apotheek
D
NAN

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wie hebben geen verhoogde kans op bijwerkingen?
A
Baby's & kinderen
B
Zwangeren
C
Oudere mensen
D
Volwassenen

Slide 35 - Quiz

Vragen?
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7

Slide 36 - Slide