1. Il/elle est X ans. > il/elle a X ans!
2. Ik heb haar nog niet ontmoet.
In het boek: malheureusement, pas encore. Hoe maak je daar een hele zin van?Toevoegen: ik heb ontmoet. > J’ai rencontré.Vervolgens de ontkenning om de persoonsvorm > Je n’ai pas encore rencontré.Voeg toe om wie het gaat > Je n’ai pas encore rencontré X.(= makkelijker dan: je ne l’ai pas encore rencontrée).
3. Il est d’orgine néerlandais > origine = vrouwelijk, origine néerlandaise