14 oktober hart/bloedvaten/bloed

het hart.
Herhaling + aanvulling hart/bloedvaten

EN

Bloed 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

het hart.
Herhaling + aanvulling hart/bloedvaten

EN

Bloed 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wand van het hart
De hartwand bestaat uit vier lagen. Van binnen naar buiten zijn dat:

  • endocard;
  • myocard;
  • epicard;
  • pericard (dubbelwandig)


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt het hart van bloed voorzien?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

Kransslagaders
Kamers
Aorta
Hoe ontstaat de hartslag?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

De prikkelautomaat
= De prikkelvormende en prikkelgeleidende 
hartspiercellen samen

Bestaat uit:
De prikkelautomaat bestaat uit:
de sinusknoop;
de boezem-kamerknoop;
de bundel van His;
de purkinjevezels.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sinusknoop
  • Zenuwknoop in de wand van de rechterboezem boven de boezem-kamerknoop
  • De sinusknoop wekt elektrische prikkels (impulsen) op met een gemiddelde frequentie van 100 per minuut. 
  • Functie= beide boezems gaan samentrekken en even later ook beide kamers.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Boezem-kamerknoop
  • Zenuwknoop in de wand van rechterboezem onder de sinusknoop
  • De boezem-kamerknoop ontvangt de prikkels van de sinusknoop
  • Geeft ook weer prikkels af


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bundel van His
  • Bundel prikkelgeleidende spiercellen door het harttussenschot van de boezems en de kamers
  • Linker en rechter tak
  • Lopen naar de hartpunt toe en buigen daar om

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Purkinjevezels
  • De bundeltakken gaan in het myocard van de kamers over in purkinjevezels. 
  • De purkinjevezels vertakken zeer uitgebreid
  • Zorgen ervoor dat prikkels vanuit de boezem-kamerknoop naar alle hartspiercellen van het myocard gaan

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rust en actiefase
Hart heeft altijd een rust en actiefase
Rustfase = diastole
Actiefase = systole

Deze termen worden ook gebruikt tijdens bloeddruk meten
Bijvoorbeeld Syst:120/Diast:80

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bloed

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bloed samenstelling
55% bloedplasma ​

45% bloedcellen:​
- rood                    = erytrocyten​
- wit                        = leukocyten ​
- bloedplaatjes = trombocyten​

Slide 14 - Slide

Als je alle bloedcellen en de bloedplaatjes van het bloed hebt gescheiden, blijft er bloedplasma over.
De bestanddelen van bloedplasma zijn:
water (plasma bestaat voor 90% uit water)
zouten;
plasma-eiwitten;
bloedgassen;

Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof
Witte bleodcellen: regelen de afweer
tijdelijk aanwezige stoffen.
Bloedplasma
De bestanddelen van bloedplasma zijn:
water;
zouten;
plasma-eiwitten;
bloedgassen;
tijdelijk aanwezige stoffen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Rode bloedcellen
Zo’n 99% van de totale hoeveelheid bloedcellen bestaat uit rode bloedcellen.
De cel zit bijna helemaal vol met hemoglobine (Hb)
Hb kan in een zuurstofrijke omgeving gemakkelijk zuurstof binden.
Aanmaak voornamelijk in het rode beenmerg.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waardoor krijgt bloed zijn rode kleur?
A
De hematocrietwaarde
B
het aantal rode bloedcellen
C
Het aantal afgestorven rode bloedcellen
D
het eiwit hemaglobine

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Witte bloedcellen
Afweer van het lichaam
Gevormd in het rode beenmerg en in lymfatische weefsels
Drie soorten:
  • granulocyten
  • monocyten
  • lymfocyten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes (trombocyten) zijn zeer kleine stukjes cel.
Vol tromboplastinogeen. 
Belangrijke rol bij de bloedstolling. 
Bij beschadiging komt deze stof vrij.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat zorgt ervoor dat je bloed stolt bij bijvoorbeeld een wondje?
A
Bloedplaatjes en rode bloedcellen
B
Rode bloedcellen, bloedplasma en witte bloedcellen
C
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
Rode en witte bloedcellen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Trombocyt
erytrocyt
leukocyt
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Opdracht/huiswerk
Maak de opdrachten in ThiemeMeulenhoff over het 
hoofdstuk 3 bloed

Slide 22 - Slide

This item has no instructions