Hoofdstuk 4 - les 4

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Uitleg samentrekking en vervoegen Engelse werkwoorden
  • Werken aan weektaak 
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Uitleg samentrekking en vervoegen Engelse werkwoorden
  • Werken aan weektaak 

Slide 1 - Slide

Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten

timer
20:00

Slide 2 - Slide

Klopt dit?
Zij stak een kaars aan en een zebrapad over.

Slide 3 - Slide

Wie weet nog wat een samentrekking is?

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat een foutieve samentrekking is
  • kun je een foutieve samentrekking verbeteren

Slide 4 - Slide

Samentrekking
Samentrekking: weglaten van één of meerdere woorden in een samengestelde zin.

Voorbeelden zijn land- en tuinbouw, oude en nieuwe boeken en hoofd- en kleine letters.

Slide 5 - Slide

Samentrekkingen
Voorbeelden goede samentrekking:
De man nam afscheid en (hij) bedankte zijn collega's voor het cadeau.
Ze maakte eerst zichzelf (op) en daarna haar vriendinnen op. 

Voorbeelden foutieve samentrekking:
De man nam afscheid en werd een cadeau aangeboden.
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.

Slide 6 - Slide

Samentrekking
Voorwaarden correcte samentrekking:

  • Betekenis moet gelijk zijn (opmaken met make-up, bed opmaken=zelfde woord, andere betekenis)
  • Grammaticale functie moet gelijk zijn (ow, lv, mv etc)
  • Vorm moet gelijk zijn (enkelvoud-meervoud)

Slide 7 - Slide

Foutieve samentrekking
3 soorten fouten bij een samentrekking:

  • vorm klopt niet
  • betekenis klopt niet
  • grammaticale functie klopt niet

Slide 8 - Slide

3 niveaus
  • woord
  • woordgroep
  • zin

Slide 9 - Slide

samentrekking woordniveau
land- en tuinbouw
woorddeel 'bouw' is weggelaten; landbouw en tuinbouw

donkerblauw en -groen
woorddeel 'donker' weggelaten; donkerblauw en donkergroen

Slide 10 - Slide

samentrekking woordgroepsniveau
oude en nieuwe boeken
woord weggelaten: boeken

aardige artsen en verpleegkundigen
woord weggelaten: aardige

basis- en middelbaar onderwijs
met streepje, omdat basisonderwijs één woord is waarvan je een deel weglaat

Slide 11 - Slide

samentrekking zinsniveau
‘Wij hebben onze doelen gehaald en zij bijna.’

 Wij hebben onze doelen gehaald en zij hebben bijna hun doelen gehaald.

Slide 12 - Slide

Engelse werkwoorden vervoegen

Doel: Je kent de regels van de Engelse werkwoorden

Slide 13 - Slide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!

  • Je gebruikt dus dezelfde regels.



Slide 14 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden

  • Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. Let op: Bij saven, timen en daten eindigt de stam op -e.

  • We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt.

Slide 15 - Slide

De leerling ... het document gisteren op haar Chromebook.
(saven)
A
savde
B
savede
C
savete
D
savte

Slide 16 - Quiz

Hoe zit dat?
  • Bij het werkwoord saven eindigt de stam op een -e
  • -> save (spreek uit: seef)
  • De v van save zit niet in het 'T KoFSCHiP X
  • Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den

Ik save                Ik savede                Ik heb gesaved
Hij savet            Wij saveden

Slide 17 - Slide

Bij de meeste werkwoorden  werkt het dus hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 18 - Slide

maar..... let op goed de uitspraak           -n

Slide 19 - Slide

Vul bij iedere zin de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:

1. Peter ................................... (scrollen) door zijn e-mails.
2. Voor dat project ................................... (researchen) ik vorige week in de databank.
3. Maxime................................... (stressen, vt) flink na zijn toets.
4. Heb jij vorige week ook ................................... (flyeren)?
5. Mijn moeder ................................... (recyclen) alles.

Slide 20 - Open question

Weektaak
Wat? H4 opdracht 14 tot en met 20
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
15:00

Slide 21 - Slide