methodisch werken interventies

1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik
Welke 6 stappen horen bij methodisch werken?
Anamnese? Hoe nemen we deze af?
Gordon? Van Gerard Joling ;) ?
PES! De wattus??
RUMBA/SMART?

Slide 2 - Slide

IK kan een probleem volgens de PES formuleren
Ja, maar het blijft nog lastig
Nee, eigenlijk snap ik er niets van
Ja ik weet hoe ik dit moet doen
Ik kom eruit als ik hulp krijg.

Slide 3 - Poll

Wat zijn interventies.
en waarom zijn ze belangrijk?

Slide 4 - Mind map

Interventies:
Beroepsprofiel van de verpleegkundige (Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020) staat de definitie: ‘Verpleegkundige interventies zijn gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen, voor zover mogelijk. Dat betekent het krachtig maken van mensen en hen helpen bij het bereiken, handhaven of (opnieuw) verwerven van hun onafhankelijkheid.’

Verpleegkundige interventies zijn handelingen die een zorgvrager van zijn huidige toestand naar de beoogde toestand moeten helpen. 

Slide 5 - Slide

Verpleegkundige interventies zijn zo veel mogelijk gericht op het versterken van zelfmanagement  

Slide 6 - Slide

Criteria om verpleegkundige interventies te kiezen
Als je een verpleegkundige interventie kiest, houd je rekening met de volgende voorwaarden:​

  • De geplande interventie moet veilig en passend zijn voor deze zorgvrager gezien zijn leeftijd, gezondheid en zelfzorgmogelijkheden.​
  • De geplande interventie moet uitgevoerd kunnen worden met de aanwezige hulpmiddelen.​
  • De geplande interventie moet samengaan met de wensen van de zorgvrager.​
  • De geplande interventie moet samengaan met andere therapeutische afspraken.​
  • De geplande interventie moet gebaseerd zijn op verpleegkundige kennis en ervaring.​
  • De geplande interventie moet passen in het beleid van de zorgsetting.






Slide 7 - Slide

Hoe beschrijf je een interventie:


De interventie is eenduidig geformuleerd, dus maar voor één uitleg vatbaar.
Elke interventie beschrijft specifiek en concreet de wenselijke acties:
  • welke personen betrokken zijn (verpleegkundige, mantelzorg, andere disciplines);
  • welke middelen nodig zijn;
  • wanneer de activiteit moet plaatsvinden (tijdstip);
  • hoe vaak de activiteit moet plaatsvinden (frequentie);
  • hoe lang de activiteit uitgevoerd moet worden (tijdsduur, tijdsplanning).

De verpleegkundige interventie is voorzien van:
  • een datum
  • de paraaf van de verantwoordelijk verpleegkundige
  • de begindatum van de actie 

Slide 8 - Slide

Mevrouw Pieters heeft reumatische artritis. Doordat ze veel pijn heeft aan haar gewrichten, beweegt ze te weinig.
Formuleer minimaal 1 interventie bij ons bedacht doel.

Slide 9 - Mind map

Voorbeeld
Mevrouw Pieterse kan moeilijk in slaap komen. Ze zegt: ‘Thuis neem ik om elf uur, voor het slapengaan, altijd een kopje warme melk met een beschuitje erbij.’ De verpleegkundige wil dit in het verpleegplan opnemen. Maar kan dat?


Het is passend voor deze zorgvrager.
Er is ’s avonds warme melk en beschuit op de afdeling.
De interventie gaat samen met de wensen van de zorgvrager.
Er zijn geen afspraken ten aanzien van de voeding van de zorgvrager.
De verpleegkundige weet uit ervaring dat warme melk een rustgevende invloed kan hebben.
Het afdelingsbeleid is dat de zorgvragers zelf bepalen hoe laat ze willen gaan slapen.

Slide 10 - Slide

PES structuur
Interventie
DOEL
Handeling die een zorgvrager van zijn huidige toestand naar de beoogde toestand moeten helpen
Verpleegkundige diagnosen worden omschreven volgens ..
Beschrijving van de gewenste situatie

Slide 11 - Drag question

Zelf aan de slag met deelopdracht E
Lees onderstaande theorie en maak daarna de opdrachten. Lees eerst de theorie kritisch door!

Slide 12 - Slide

Verdiepingen deelopdracht E
  • Formuleer, voor de door jouw gekozen casus, per zorgprobleem minimaal drie zorgactiviteiten/interventies waarvan één te maken heeft met zorgtechnologie.
  • Formuleer de zorgactiviteiten/interventies concreet en specifiek;
  • Houd bij het formuleren van de interventies rekening met:
  1. De zelfmanagement-mogelijkheden van de zorgvrager;
  2. De mogelijkheden voor zelfregie;
  3. Het sociale netwerk van de zorgvrager;
  • Onderbouw per interventie vanuit de literatuur wat maakt dat jij gekozen hebt voor deze interventie.
  • Houd een bronnenlijst bij en lever deze erbij in!!
  • Onderzoek welke mogelijkheden er zijn voor het inzetten van zorgtechnologie;
  • Onderbouw de meerwaarde van het inzetten van zorgtechnologie binnen deze zorgsituatie. Denk bijvoorbeeld aan: Welk effect heeft dit op de zorgvrager, welk effect heeft het op de zorgverlening en zorginzet?

Slide 13 - Slide

Learnbeat
Lees de theorie en maak de opdrachten

Slide 14 - Slide

Zorgtechnologie

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
De student:
  • Legt uit wat zorgtechnologie inhoudt;
  • Benoemt voorbeelden van zorgtechnologie binnen de branche Verpleeghuis en thuiszorg
  • Legt redenen uit voor inzet van zorgtechnologie;
  • Benoemt bevorderende en belemmerende factoren die een rol spelen bij de inzet van zorgtechnologie binnen de branche VVT.

Slide 16 - Slide

Wat weet je al van zorgtechnologie?

Slide 17 - Mind map

Definitie zorgtechnologie

"Zorgtechnologie zijn alle technologische hulpmiddelen die je kunt inzetten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in de gezondheidszorg en welzijnssector, voor zowel zorgprofessional als cliënten en hun netwerk"

Slide 18 - Slide

Wat valt onder de toepassingsgebieden van zorgtechnologie?
A
Onderwijssector
B
Gezondheidszorg en welzijnssector.
C
Industriële sector
D
Toerismesector

Slide 19 - Quiz

Wie kan gebruikmaken van zorgtechnologie?
A
Alleen zorgprofessionals
B
Alleen familieleden van cliënten
C
Alleen cliënten
D
Zorgprofessionals, cliënten en hun netwerk.

Slide 20 - Quiz

Wat wordt verstaan onder zorgtechnologie?
A
Medicijnen voor zorgdoeleinden
B
Voedingssupplementen voor welzijn
C
Technologische hulpmiddelen voor zorg, wonen en welzijn.
D
Traditionele zorgmethoden

Slide 21 - Quiz

Welke zorgtechnologie ben je op je BPV tegengekomen?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Video

Welke toepassingen van technologie in de zorg ken jij?

Slide 24 - Open question

Wat betekent de aanwezigheid van technologie voor jouw rol als zorgverlener?

Slide 25 - Open question

Opdracht
  1. Maak in groepjes van vier een mindmap met tien verschillende begrippen die te maken hebben technologische hulpmiddelen. 
  2. Omschrijf de begrippen in eigen woorden. 
  3. Tijd: 6 minuten
  4. Geef daarna één groep feedback over wat ze hebben opgeschreven. Snap jij precies wat zij bedoelen?
timer
7:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Stelling: ZORA is hét hulpmiddel om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan.
Eens
Oneens

Slide 28 - Poll

Stelling: door zorgrobots verlies ik mijn baan.
Eens
Oneens

Slide 29 - Poll

Stelling: zonder eHealth ziet de zorg er een stuk menselijker uit.
Eens
Oneens

Slide 30 - Poll

Stelling: door zorgrobots is er onvoldoende aandacht voor spirituele zorg.
Eens
Oneens

Slide 31 - Poll

Waarom zorgtechnologie?
  • Algemene technologische ontwikkelingen
  • Stijgende levensverwachting
  • Langer thuis
  • Stijgende zorguitgaven
  • Complexer wordende zorg
  • Tekort aan personeel
  • Biohacking

  • Innovatie raakt iedereen!

Slide 32 - Slide

Belemmeringen 
Welke belemmeringen denk jij dat er kunnen bestaan rondom de inzet van zorgtechnologie?

  • Financiering van de zorg
  • Korte afstanden en toegankelijk zorgstelsel
  • Waarden en normen van zorgverleners
  • Ouderen en technologie

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide

Integratieve opdracht
  • Voor de integratieve opdracht:
  • Formuleer, voor de door jouw gekozen zorgvrager uit de praktijk, zorgactiviteiten/interventies;
  • Onderbouw de gekozen zorgactiviteiten/interventies met literatuur; Hou je bronnenlijst bij ;). 
  • Verwerk de geformuleerde interventies in het zorg-/verpleegplan.

Slide 41 - Slide