Telwoorden

Telwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Telwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is hoeveelste voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 2 - Quiz

Wat is miljoen voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 3 - Quiz

Wat is weinig voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 4 - Quiz

Wat is duizendste voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 5 - Quiz

Wat is drie voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 6 - Quiz


Wat is geen telwoord?
A
zevenentwintig
B
niemand
C
vele
D
miljoenste

Slide 7 - Quiz

Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 8 - Quiz

Telwoord: 10
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 9 - Quiz

Telwoord 'zoveelste' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 10 - Quiz

De presentator van [           ] populaire tv-programma vergiste 
[         ] voor de [               ] keer: [       ] zei dat de deelnemer de vraag fout had, maar het antwoord [       ][      ] [        ] papiertje stond, [           ] gewoon niet.
znw - zelfstandig naamwoord
lw - lidwoord
bvn- bijvoeglijk naamwoord
zww - zelfstandig werkwoord
hww - hulpwerkwoord
kww - koppelwerkwoord
tw - telwoord
bzv - bezittelijk voornaamwoord
psv - persoonlijk voornaamwoord
vz - voorzetsel
wkv - wederkerend voornaamwoord
avw - aanwijzend voornaamwoord
betrek vnw - betrekkelijk voornaamwoord
vrag vnw - vragend voornaamwoord
ZNW
LW
BVN
ZWW
HWW
KWW
TW
PSV
AVW
VZ
BZV
WKV
Betrek
vnw
Vrag
vnw
het
zich
tweede
hij
dat
op
zijn
klopte

Slide 11 - Drag question

Sleep de woordsoorten naar de juiste voorbeelden.
op, na, voor, gedurende
opbergen, zijn, keek, gelopen
de, het, een
vijf, weinig, tiende, laatste
prachtig, Nederlandse, groot
Utrecht, meisje, geld, kapper
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
telwoord (tw) 

Slide 12 - Drag question

Mijn buurman drinkt veel bier.
Welk soort telwoord?
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
bepaald 
hoofdtelwoord
onbepaald 
hoofdtelwoord
bepaald 
rangtelwoord
onbepaald 
rangtelwoord

Slide 13 - Drag question

Geef aan tot welk soort telwoord de telwoorden uit de tekst horen.
Bepaald hoofdtelwoord



Onbepaald hoofdtelwoord


Bepaald rangtelwoord



Onbepaald rangtelwoord
1. 2018
1. minder
2. zes
2. tachtig
3. 2017
3. 538
4. één
6. sommige
9. verscheidene
9. enkele
10. derde
10. laatste

Slide 14 - Drag question

Telwoorden
Bepaalde hoofdtelwoorden
Onbepaalde hoofdtelwoorden
Bepaalde rangtelwoorden
Onbepaalde rangtelwoorden
Tweeduizend
Hoeveelste
Voldoende
Vijfhonderdste
Een na laatste
Zesde
Twaalf
Zat

Slide 15 - Drag question