MYP3 vrijdag 12 april

MYP3 vrijdag 12 april
spreken en lezen
1 / 55
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

MYP3 vrijdag 12 april
spreken en lezen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Inhoud
Hoe is het?
quiz
Spreken
Lezen

Slide 3 - Slide

Wat is een belangrijk aspect bij het openen van een gesprek?
A
Constant op je telefoon kijken en afgeleid zijn.
B
Een open houding tonen en oogcontact maken.
C
Met je armen over elkaar staan en wegkijken.
D
Alleen maar praten over je eigen prestaties.

Slide 4 - Quiz

Hoe kun je een gesprek openen zonder de ander te overweldigen?
A
Hard praten om de aandacht te trekken.
B
Direct in de persoonlijke ruimte van de ander stappen.
C
Direct kritiek uiten op iets wat de ander doet.
D
Een rustige en vriendelijke toon gebruiken.

Slide 5 - Quiz

Wat is een geschikte manier om een gesprek te beginnen met een onbekende?
A
Meteen je eigen mening over een controversieel onderwerp geven.
B
Je voorstellen en een algemene vraag stellen.
C
Een monoloog houden over je eigen ervaringen.
D
De ander observeren zonder iets te zeggen.

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je interesse tonen bij het openen van een gesprek?
A
Alleen maar knikken en niet actief luisteren.
B
De ander onderbreken tijdens het praten.
C
Vragen stellen over de ander zijn interesses.
D
Constant over je eigen interesses praten.

Slide 7 - Quiz

Wat is een effectieve manier om een gesprek te openen?
A
Een gesloten vraag stellen waarop de ander alleen ja of nee kan antwoorden.
B
Een open vraag stellen om de ander te betrekken.
C
Direct over je eigen problemen praten.
D
Een lang verhaal vertellen over jezelf.

Slide 8 - Quiz


Zo trots als een ....
A
hond
B
kat
C
pauw
D
kip

Slide 9 - Quiz

Ik ... gefietst
A
heb
B
ben

Slide 10 - Quiz

Ik ... naar Utrecht verhuisd
A
heb
B
ben

Slide 11 - Quiz

Welke krant is regionaal?
A
De Volkskrant
B
Trouw
C
Het Parool
D
De Telegraaf

Slide 12 - Quiz

Als Nederlandse bedrijven goederen of diensten verkopen aan het buitenland noem je dat ..
A
Import
B
Export
C
Doorvoer
D
Wederuitvoer

Slide 13 - Quiz

Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en les geven
C
Lachen, boos kijken en oogcontact

Slide 14 - Quiz


Wat vieren wij op koningsdag?
A
de verjaardag van Nederland
B
de verjaardag van de docent
C
de verjaardag van de koning
D
de verjaardag van de school

Slide 15 - Quiz

Wanneer is het Koningsdag?

A
27 april
B
29 april
C
28 april
D
30 april

Slide 16 - Quiz


Wat doet de koninklijke familie op Koningsdag?
A
Ze slapen lekker uit
B
Ze bezoeken met de familie een stad
C
Ze drinken koffie en eten taart in het paleis
D
Ze gaan met het gezin op de foto

Slide 17 - Quiz

Wat is een mogelijke uitdaging bij het vertalen van poëzie?
A
Het toevoegen van extra woorden
B
Het gebruik van korte zinnen
C
Het behouden van rijm en metrum
D
Het vermijden van metaforen

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een vertaalfout door culturele verschillen?
A
Een correcte vertaling van een woord
B
Het weglaten van een zin in de vertaling
C
Het gebruik van een synoniem
D
Een letterlijke vertaling van een spreekwoord

Slide 19 - Quiz

Wat is een grammaticaal aspect dat belangrijk is bij vertalen?
A
Het aantal pagina's in een tekst
B
De lengte van woorden
C
Het gebruik van hoofdletters
D
Correcte werkwoordsvormen en zinsstructuur

Slide 20 - Quiz

Wat is een cultureel aspect dat invloed kan hebben op vertalingen?
A
Sportactiviteiten
B
Technologische ontwikkelingen
C
Verschillen in taalgebruik en uitdrukkingen
D
Weersomstandigheden

Slide 21 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'vertalen'?
A
Het spelen van muziek
B
Het schrijven van een verhaal
C
Het omzetten van tekst van de ene taal naar de andere.
D
Het maken van een schilderij

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Lezen
Sjakie

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Video

Communicatie

Slide 27 - Mind map

Verschillende vormen van communicatie

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Opdracht
Bedenk bekende tekens (die geen letters bevatten)

Slide 30 - Slide

Stripverhaal van drie plaatjes
Elk persoon is verantwoordelijk voor één afbeelding van het stripverhaal. De lengte van de strip hangt dus af van hoeveel personen er in de groep zitten (een team van drie personen maakt bijvoorbeeld een stripverhaal van drie afbeeldingen). Elk team moet binnen een vooraf afgesproken tijdslimiet bepalen waar het stripverhaal over zal gaan, wie wat gaat tekenen, etc.

Slide 31 - Slide

Klare Taal
Les 52, blz 138 en 139

Slide 32 - Slide

lezen
De prinses op de erwt

Slide 33 - Slide

Schrijf zelf een kort sprookje

Slide 34 - Slide

Schrijf zelf een kort sprookje (+- 200w)

Protagonist, antagonist
probleem, ontwikkeling

Begin: Er was eens...
Einde: En ze leefden nog lang en gelukkig

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Feedback
Laat twee klasgenoten je sprookje lezen.
Zij geven een top en een tip.
Herschrijf je sprookje.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Formative

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Hierna volgen slides uit vorige lessen

Slide 44 - Slide

Filmpje RTL-nieuws
Waar gaat het over
Nieuwe woorden

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Heb jij last van FoMO?

’s Ochtends, nog voor je uit bed stapt, op je telefoon kijken wat je gemist hebt terwijl je sliep. Of even op Instagram gaan als je wacht op de tram, om de rest van de rit foto's van je vrienden te liken. Herkenbaar? Je bent niet de enige. Uit een recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat jongvolwassenen steeds vaker verslaafd zijn aan sociale media. Uit een ander onderzoek blijkt dat dit ook geldt voor 12-16 jarigen. Is er sprake van een serieus probleem?

Fikse toename 
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat van de mensen tussen de 18 en 25 jaar vorig jaar 29 procent zei verslaafd te zijn. Drie jaar geleden was dat nog 19 procent. Sociale media nemen ook steeds meer tijd in beslag: van de jongvolwassenen is 29 procent 3 tot 5 uur per dag bezig met Facebook, Instagram en andere netwerken. In 2015 was dat nog 17 procent. ‘Een fikse toename,’ vindt Tanja Traag, socioloog bij het CBS. ‘Als je kijkt naar hoeveel meer tijd jongvolwassenen aan sociale media besteden en de negatieve kanten die ze hier zelf aan toeschrijven, dan is dit wel iets om bij stil te staan.’ ‘Op het station zie je tegenwoordig iedereen naar zijn telefoon kijken. De jongste generatie kan zich al niet meer voorstellen dat je zomaar een gesprek voert met de overbuurman in de trein,' vult ze aan.

Negatieve effecten
Uit het CBS-onderzoek blijkt dat de meeste jongeren sociale media gebruiken om in contact te blijven met anderen, of omdat ze het simpelweg leuk vinden. Verveling, de angst om iets te missen (bekend als FoMO, Fear of Missing Out) en volgen wat anderen doen zijn andere redenen die de 304 respondenten gaven. 
Maar het gebruik van sociale media kent ook negatieve effecten, blijkt uit het onderzoek van CBS.
Zo is het aantal jongvolwassenen dat negatieve invloed ervaart op de nachtrust tussen 2015 en 2017 gestegen van 26 naar 41 procent. Een groeiende groep is onrustig als er geen toegang is tot internet of als ze een bericht niet meteen kunnen bekijken. School- of werkprestaties kunnen eronder lijden. Pestgedrag neemt toe, het zelfbeeld neemt juist af. ‘Als je je werkelijke leven gaat vergelijken met het leven dat je construeert en toont op bijvoorbeeld Instagram, dan kun je onzeker worden,’ zegt Daan Couzijn (24) hierover in de Volkskrant. Ook zijn nachtrust is verslechterd. ‘Ik word wakker met dat scherm en ga ermee naar bed. Ik vind het moeilijker om ontspannen in slaap te vallen en kijk bij het opstaan meteen op mijn telefoon om te zien wat mensen die nacht hebben gedaan.’
Maar Daan ziet ook de voordelen van sociale media: zijn Facebookpagina (1.919 vrienden) fungeert als handige agenda en zijn Instagram (2.128 volgers) als een portfolio voor zijn werk als kunstenaar. ‘Het biedt me kansen, ik krijg via Instagram veel klusjes aangeboden. Het geeft me een goed gevoel om te ervaren dat mijn werk in de smaak valt.’

Hunkering
Dat 29 procent van de jongvolwassen zegt verslaafd te zijn, hoeft trouwens niet te betekenen dat ze dit ook werkelijk zijn. ‘Mensen zeggen al snel dat ze verslaafd zijn aan bijvoorbeeld Netflix, maar wat ze bedoelen is dat ze het heel leuk vinden en het vaker gebruiken dan ze eigenlijk zouden willen,’ zegt Floor van Bakkum, woordvoerder van Jellinek. Deze verslavingskliniek heeft geen cliënten in behandeling die zich specifiek hebben aangemeld met een socialemediaverslaving. ‘Een echte verslaving heeft grote invloed op iemands dagelijkse leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer functioneren op je werk of op school en je sociale leven lijdt eronder.’
‘De hunkering die mensen ervaren om sociale media te checken heeft gelijkenis met de hunkering naar drugs of andere middelen,’ zegt neuropsycholoog en bijzonder hoogleraar verslaving Anneke Goudriaan. ‘Als iemand likes, complimentjes en sociale berichtjes op Facebook krijgt, dan wordt het beloningscircuit in het brein geactiveerd. Net als met drugs, alleen is het effect veel minder sterk.’
Volgens Goudriaan is er momenteel onder verslavingsonderzoekers veel discussie of game- of socialemediaverslaving erkend moet worden als een officiële verslaving. Dit is nu niet het geval en behandeling wordt daarom niet vergoed. Een slechte zaak, vindt Bjarne Timonen, psycholoog bij verslavingskliniek Rodersana. ‘Er komt steeds meer bewijs dat socialemediaverslaving een gedragsverslaving is. Dat is terug te zien in de hersenen.’ Timonen spreekt van een serieus probleem, waardoor mensen zich angstig of depressief kunnen voelen. ‘Veel mensen zullen niet doorhebben dat ze verslaafd zijn, daarvan moeten ze zich echt bewust worden. Vervolgens moeten ze hulp toestaan.’
Niet iedereen heeft overigens professionele hulp nodig. Er zijn genoeg eenvoudige maatregelen die het socialemediagebruik kunnen terugdringen. Timonen: ‘Zoals je telefoon op zwart-wit zetten, waardoor hij minder attractief wordt. Maar ik raad vooral aan een detox te doen. Schakel al je accounts een maandje uit en kijk wat het met je doet.’

Wat te doen?
Sociale media zijn zo alomtegenwoordig, dat jongeren moeten weten hoe ze zich kunnen weren tegen overconsumptie, vindt Rhea van den Dong, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 
‘We leren jongeren ook om te gaan met andere verslavende zaken, zoals alcohol en drugs. Daarbij doen we ook aan voorlichting, dan is het niet gek om dat ook bij sociale media te doen als blijkt dat dat nodig is.’ Het probleem is echter dat scholen geen idee hebben hoe ze ermee om moeten gaan, zegt Regina van den Eijnden, universitair hoofddocent Maatschappijwetenschappen in Utrecht. ‘En hetzelfde geldt voor ouders, en voor studenten en leerlingen zelf. Iedereen vraagt zich af hoe hiermee om te gaan, maar niemand weet het antwoord.’ Van den Eijnden wijst erop dat er nog heel weinig bekend is over de effecten van sociale media. Zelf voert ze een diepgravende studie uit naar de gevolgen voor middelbare scholieren. De uitkomsten daarvan zijn nog niet gepubliceerd, maar de stelling dat het vele gebruik van sociale media tot problemen leidt, durft ze al wel aan. 
Als er een partij is die in de ogen van Van den Eijnden de handschoen op moet pakken, is het de overheid. ‘Er moet echt meer aandacht komen voor dit onderwerp. Dan kun je niet alleen denken aan financiering van onderzoek, maar ook aan preventie en het ontwikkelen van zelfhulpprogramma's. Nu is er geen enkel potje beschikbaar om er iets aan te doen.’

Bron: www.nos.nl, www.ad.nl, www.vk.nl, www.cbs.nl. 

Slide 47 - Slide

Fikse toename 
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat van de mensen tussen de 18 en 25 jaar vorig jaar 29 procent zei verslaafd te zijn. Drie jaar geleden was dat nog 19 procent. Sociale media nemen ook steeds meer tijd in beslag: van de jongvolwassenen is 29 procent 3 tot 5 uur per dag bezig met Facebook, Instagram en andere netwerken. In 2015 was dat nog 17 procent. ‘Een fikse toename,’ vindt Tanja Traag, socioloog bij het CBS. ‘Als je kijkt naar hoeveel meer tijd jongvolwassenen aan sociale media besteden en de negatieve kanten die ze hier zelf aan toeschrijven, dan is dit wel iets om bij stil te staan.’ ‘Op het station zie je tegenwoordig iedereen naar zijn telefoon kijken. De jongste generatie kan zich al niet meer voorstellen dat je zomaar een gesprek voert met de overbuurman in de trein,' vult ze aan.

Negatieve effecten
Uit het CBS-onderzoek blijkt dat de meeste jongeren sociale media gebruiken om in contact te blijven met anderen, of omdat ze het simpelweg leuk vinden. Verveling, de angst om iets te missen (bekend als FoMO, Fear of Missing Out) en volgen wat anderen doen zijn andere redenen die de 304 respondenten gaven. 
Maar het gebruik van sociale media kent ook negatieve effecten, blijkt uit het onderzoek van CBS.
Zo is het aantal jongvolwassenen dat negatieve invloed ervaart op de nachtrust tussen 2015 en 2017 gestegen van 26 naar 41 procent. Een groeiende groep is onrustig als er geen toegang is tot internet of als ze een bericht niet meteen kunnen bekijken. School- of werkprestaties kunnen eronder lijden. Pestgedrag neemt toe, het zelfbeeld neemt juist af. ‘Als je je werkelijke leven gaat vergelijken met het leven dat je construeert en toont op bijvoorbeeld Instagram, dan kun je onzeker worden,’ zegt Daan Couzijn (24) hierover in de Volkskrant. Ook zijn nachtrust is verslechterd. ‘Ik word wakker met dat scherm en ga ermee naar bed. Ik vind het moeilijker om ontspannen in slaap te vallen en kijk bij het opstaan meteen op mijn telefoon om te zien wat mensen die nacht hebben gedaan.’
Maar Daan ziet ook de voordelen van sociale media: zijn Facebookpagina (1.919 vrienden) fungeert als handige agenda en zijn Instagram (2.128 volgers) als een portfolio voor zijn werk als kunstenaar. ‘Het biedt me kansen, ik krijg via Instagram veel klusjes aangeboden. Het geeft me een goed gevoel om te ervaren dat mijn werk in de smaak valt.’

Slide 48 - Slide

Hunkering
Dat 29 procent van de jongvolwassen zegt verslaafd te zijn, hoeft trouwens niet te betekenen dat ze dit ook werkelijk zijn. ‘Mensen zeggen al snel dat ze verslaafd zijn aan bijvoorbeeld Netflix, maar wat ze bedoelen is dat ze het heel leuk vinden en het vaker gebruiken dan ze eigenlijk zouden willen,’ zegt Floor van Bakkum, woordvoerder van Jellinek. Deze verslavingskliniek heeft geen cliënten in behandeling die zich specifiek hebben aangemeld met een socialemediaverslaving. ‘Een echte verslaving heeft grote invloed op iemands dagelijkse leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer functioneren op je werk of op school en je sociale leven lijdt eronder.’
‘De hunkering die mensen ervaren om sociale media te checken heeft gelijkenis met de hunkering naar drugs of andere middelen,’ zegt neuropsycholoog en bijzonder hoogleraar verslaving Anneke Goudriaan. ‘Als iemand likes, complimentjes en sociale berichtjes op Facebook krijgt, dan wordt het beloningscircuit in het brein geactiveerd. Net als met drugs, alleen is het effect veel minder sterk.’
Volgens Goudriaan is er momenteel onder verslavingsonderzoekers veel discussie of game- of socialemediaverslaving erkend moet worden als een officiële verslaving. Dit is nu niet het geval en behandeling wordt daarom niet vergoed. Een slechte zaak, vindt Bjarne Timonen, psycholoog bij verslavingskliniek Rodersana. ‘Er komt steeds meer bewijs dat socialemediaverslaving een gedragsverslaving is. Dat is terug te zien in de hersenen.’ Timonen spreekt van een serieus probleem, waardoor mensen zich angstig of depressief kunnen voelen. ‘Veel mensen zullen niet doorhebben dat ze verslaafd zijn, daarvan moeten ze zich echt bewust worden. Vervolgens moeten ze hulp toestaan.’
Niet iedereen heeft overigens professionele hulp nodig. Er zijn genoeg eenvoudige maatregelen die het socialemediagebruik kunnen terugdringen. Timonen: ‘Zoals je telefoon op zwart-wit zetten, waardoor hij minder attractief wordt. Maar ik raad vooral aan een detox te doen. Schakel al je accounts een maandje uit en kijk wat het met je doet.’

Slide 49 - Slide

Wat te doen?
Sociale media zijn zo alomtegenwoordig, dat jongeren moeten weten hoe ze zich kunnen weren tegen overconsumptie, vindt Rhea van den Dong, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 
‘We leren jongeren ook om te gaan met andere verslavende zaken, zoals alcohol en drugs. Daarbij doen we ook aan voorlichting, dan is het niet gek om dat ook bij sociale media te doen als blijkt dat dat nodig is.’ Het probleem is echter dat scholen geen idee hebben hoe ze ermee om moeten gaan, zegt Regina van den Eijnden, universitair hoofddocent Maatschappijwetenschappen in Utrecht. ‘En hetzelfde geldt voor ouders, en voor studenten en leerlingen zelf. Iedereen vraagt zich af hoe hiermee om te gaan, maar niemand weet het antwoord.’ Van den Eijnden wijst erop dat er nog heel weinig bekend is over de effecten van sociale media. Zelf voert ze een diepgravende studie uit naar de gevolgen voor middelbare scholieren. De uitkomsten daarvan zijn nog niet gepubliceerd, maar de stelling dat het vele gebruik van sociale media tot problemen leidt, durft ze al wel aan. 
Als er een partij is die in de ogen van Van den Eijnden de handschoen op moet pakken, is het de overheid. ‘Er moet echt meer aandacht komen voor dit onderwerp. Dan kun je niet alleen denken aan financiering van onderzoek, maar ook aan preventie en het ontwikkelen van zelfhulpprogramma's. Nu is er geen enkel potje beschikbaar om er iets aan te doen.’

Bron: www.nos.nl, www.ad.nl, www.vk.nl, www.cbs.nl. 

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video

Iedereen op de middelbare school denk dat dit zijn belangrijke dingen
Joachim hebt een hond gevonden
Jochem hou van Vera 
Hij vind Nienke leuk  
Jochem is een jongen die gepest worden 
Zij hebt twee vrienden die Justin en Remco heten
Na ik heb deze film gekijkt
Ik gaat de film nog een keer kijken 
Ze ziet dat Jochem haar volged
Hij laate het hun moeder weten 

Slide 52 - Slide

algoritmes (3.10)
robots
gamen

Slide 53 - Slide

logaritme

Slide 54 - Mind map

Feedback van een robot
Zoek je anekdote over de vakantie.
Laat Chat gpt je werk nakijken.
Denk goed na over de prompt. 
Doel: je Nederlands verbeteren.

Slide 55 - Slide