Cap 3 - les 5 21/22

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

¿Cuál es la fecha de hoy?

Escribe la fecha en tu cuaderno 

¡Hola, qué tal?

😒🙁😐🙂😃

Plan de clase

• discutir la prueba
• describir dónde vives / tu casa
• MI casa es TU casa / MI casa es SU casa
• un video => escuchar
• ¡hablamos español!
  
• trabajar en los deberes (26 tm 29c)
  
  

Les in twee delen 

Refleja:
Hoe heb je geleerd?
Wat ging goed tijdens de toets, hoe kwam dat?
Wat pak je volgende keer anders aan, en waarom?

Describe dónde vives

Write about your house or apartment. You must include the following:

• En mi casa/piso hay _______ plantas (floors)
• Arriba hay… (Upstairs there is…)
  
• Abajo hay… (Downstairs there is…)
  
• Fuera hay… (Outside there is…)
  
• What rooms are on each floor (en la planta baja / en la primera planta / en la segunda planta / en la tercera planta…)

  

You must also include ADJECTIVES to describe the rooms. 

CHALLENGE: Say what is your favourite room and why. 

¿Palabras? Familia / casa

el comedor

el salón

la entrada

la cocina

el despacho

la escalera

EL sofá

Enkelvoud

Meervoud

mijn

jouw

haar / zijn / uw

mi

mis

tu

tus

su

sus

Ejercicios 20 + 21

¿LA CASA?

¿Hoe zijn Ana's huizen?

Zoek het Spaanse woord voor:

 

- bureau

-badkuip

-eet jij

-vuilnis

-jij opbergt

-schilderijen

-lift

-handdoek

-badjas

-dekbed

Zoek het Spaanse woord voor:

 

- bureau

-badkuip

-eet jij

-vuilnis

-jij opbergt

-schilderijen

-lift

-handdoek

-badjas

-dekbed

Ejercicios 26, 27, 28, 29c

Wat vind je van Spaans? Heb je een tip voor mij? En een top?
Wees zo specifiek mogelijk :-) ¡Gracias!