Cito Rekenen oefenen M8

1) Inéz werkt in het weekend in een patatkraam.
    Zij verkoopt 497 frikadellen en 198 bakjes friet

  •  1 frikadel kost 0,50 cent
  •  1 bakje friet kost 1,99
   
Wat heeft Inéz ongeveer verdiend?
1 / 51
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 51 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1) Inéz werkt in het weekend in een patatkraam.
    Zij verkoopt 497 frikadellen en 198 bakjes friet

  •  1 frikadel kost 0,50 cent
  •  1 bakje friet kost 1,99
   
Wat heeft Inéz ongeveer verdiend?

Slide 1 - Slide

2) Paul verkoopt 3000589 koekjes.
    35% van de koekjes is kapot.

Hoeveel koekjes zijn ongeveer nog heel?

Slide 2 - Slide

3) Wat is de goedkoopste aanbieding per fles
1,75
3,25
5,-
6,25

Slide 3 - Slide

4) Ellen gaat tegels in haar tuin leggen.
     Ze heeft voor 1 m2  32 tegels nodig.
     In totaal liggen er 645 tegels klaar.   
     Hoeveel m2 kan Ellen ongeveer leggen?

Slide 4 - Slide

5) Annie heeft gefietst.   
     Zij fietste 4 km en .......................................meter.

Slide 5 - Slide

6) Snoepverkoop vorig jaar: 8213,25
     Snoepverkoop dit jaar:    9834,30
     Hoeveel is de opbrengst dit jaar ongeveer meer?
      (rond af op 100 euro) 

Slide 6 - Slide

7)  5 van de 45 leerlingen is ................... deel
     6 van de 24 leerlingen is ..................deel
     (geef de breuk)

Slide 7 - Slide

8)  Deze boom is in het echt 18.....
     (kies uit mm, cm, dm, m, dam, hm, km)

Slide 8 - Slide

9)  18 +  1,35  x 3      =........
     (denk aan het ezelsbruggetje)

Slide 9 - Slide

10) Drie planken, wat is de totale lengte?
  1. plank van    0,51  m
  2. plank van    0,38 m
  3. plank van    1,08  m

Als je de drie planken achter elkaar legt, 
hoeveel centimeter is dat bij elkaar?

Slide 10 - Slide

11) Schoolreisje met 19 leerlingen!
  1. per  persoon kost de busreis 15,-
  2. per persoon kost de toegang 7,50
  3. per persoon voor eten en drinken 2,50

Wat kost het schoolreisje voor de
gehele klas
?

Slide 11 - Slide

12) Reken uit:

45 ; 2,5 = ..........

(denk aan verdubbelen)

  50  : 5 = 10
100 : 10 = 10

Slide 12 - Slide

13) Wie lust er spruitjes?
      8 van de 40 kinderen lust  geen spruitjes.
      Hoeveel % lust wel spruitjes?


Slide 13 - Slide

14) Karin gaat op bezoek bij Oma.
      Oma woont op een afstand van 4 km.
      Karin fietst 16 km per uur.
      Hoeveel minuten is Karin aan
      het fietsen?



Slide 14 - Slide

15) Maak een breuk van de volgende getallen:
       0,7

       0,38

       1,348



Slide 15 - Slide

16)  In deze bak kan 60 liter, hij zit echter niet helemaal vol.
        Hoeveel liter zit er nog in de tank?
      


-
-
-
-
-
-
-
-

Slide 16 - Slide

17) Maak de volgende sommen:


3 + 0,7 + 3,46 + 0,034 = 
21063 : 7 =

Slide 17 - Slide

18) Schrijf het getal een kwartmiljoen op:


Slide 18 - Slide

19) Help! Dit is een zeecontainer van 80
- de lengte is 10 m
- de breedte is 4 m
- de hoogte is  ?????

m3

Slide 19 - Slide

20) Te koop, 575 bananen.
Helaas is 3/5 beschimmeld.
Hoeveel bananen kan ik nog verkopen?

Slide 20 - Slide

21) Dan maar een kunstgebitje......
8 van de 64 leerlingen heeft rotte tanden.
Dat is 1 op...................?

Slide 21 - Slide

22) Zin in roeien...........
De schaal is 1 op 25.
De lengte van het bootje is 20cm op de tekening.
Hoe lang is het bootje in het echt?

Slide 22 - Slide

23) Hoeveel heeft Sylwek vandaag op zin nieuwe fiets gereden?
Kilometerteller gisteren:   000384,5
Kilometerteller vandaag:  000393,2

Slide 23 - Slide

24) Maak de drie sommen:
1  1/3  :  2/3   =
Haal zo veel mogelijk de "helen" er uit :    62/7 
 
350 gram = ....................kg

Slide 24 - Slide

25) Wie gaat mee naar de film.................
De film start om 20:15
De film duurt 1  1/2  uur.
Wat is de eindtijd?

Slide 25 - Slide

26) Koekjes inpakken.................
We hebben 336 koekjes.
In elk zakje moeten 14 koekjes.
Hoeveel zakjes kan je vullen?

Slide 26 - Slide

27) Handdoeken in de aanbieding.
Super handdoek, 7,50 per stuk.
4 handdoeken voor de prijs van 3!
Wat betaal je voor 12 handdoeken?

Slide 27 - Slide

28) Wat wordt je rapportcijfer?
1e toets :   7
2e toets:   5
3e toets:   4
4e toets:   8

Wat krijg je op je rapport?

Slide 28 - Slide

29) Valentino koopt een spannend boek in Engeland.
       Maar de Engelsen hebben geen euro maar het pond!
       1 pond heeft de waarde van 1,50 euro         
Valentino koopt een boek van 12,50 pond.
Wat is de waarde in euro's? 

Slide 29 - Slide

30) Stipsommen, wie kent ze niet?  
En nu iets moeilijker......
5 +  0,08 + 600 + ................  = 611,10

Slide 30 - Slide

31) Pim gaat altijd voor korting!  
Bij de fietsenmaker staat een mooie 2e hands fiets.
Hij is afgeprijsd van 700,- voor nu 525,- 

Hoeveel procent korting krijgt Pim? 

Slide 31 - Slide

32) De omtrek is....een touwtje er om heen trekken!  
Wat is de omtrek van deze tuin?

Slide 32 - Slide

33) Lekker!  
Hoeveel aardbeidentaartjes zijn verkocht? (geef aantal)
Hoeveel procent appeltaart is verkocht?  (geef procent)

Slide 33 - Slide

34) Net zo lekker als aardbeientaartjes is verkocht FRUIT!  
Hoeveel procent van het fruit is appel?
Hoeveel druiven zijn er verkocht?  
(1200 stuks)

Slide 34 - Slide

35) Nog wat breuken-werk...... 
1  3/8  -   1/2  =
6   x   3/5      =
1   1/8   +   1/2 =
2/3   :   1/2     =

Slide 35 - Slide

36) Nog even wat boodschappen gehaald...... 
Ik betaal met een briefje van 20 euro.
Wat krijg ik terug?

Slide 36 - Slide

37) Wat zit er eigenlijk in zo'n gezonde pot?
1/5 water
1/10 vaste stoffen (bindmiddel)
1/20  vruchten
De rest is suiker.

Hoeveel % bestaat uit suiker?

Slide 37 - Slide

38) Nog een keer rapportcijfers!
  • toets 1 cijfer: 7 
  • toets 2 cijfer: 6
  • toets 3 cijfer: 1
  • toets 4 cijfer: 7
  • toets 5 cijfer: ?????
Kan ik nog een voldoende halen op mijn rapport?
Welk cijfer moet ik dan minimaal voor toets 5 halen?

Slide 38 - Slide

39) Inhoud, daar gaat het om!
Bereken de inhoud van deze bak.

Slide 39 - Slide

40) 
Hoeveel kubussen passen in deze doos?

Slide 40 - Slide

41) Soep verdelen.....
De kok heeft 12 liter soep gemaakt.
In een soepkom past 400ml soep.
Hoeveel soepkommen kan zij vullen?

Slide 41 - Slide

42) Weer even wat procenten....
6 van de 20 kinderen gaat op tijd naar bed.
Hoeveel procent van de kinderen ligt
's ochtends in de klas te slapen?

Slide 42 - Slide

43) De getallenlijn....
Welk getal hoort bij het vraagteken?
0,8                                                                                       2,4

Slide 43 - Slide

44) Bevolkingspiramide Nederland in 2020.
Hoeveel mannen van 45 tot 49 zijn er ongeveer in 2020 in Nederland?

Slide 44 - Slide

45) . Dorst......
A) Hoeveel flesjes water worden er in augustus in Walibi verkocht?

B) Wat zijn denk je de koudste maanden als je naar de grafiek kijkt?

Slide 45 - Slide

46) Kleine wasjes, grote wasjes........ 
A) Wat zijn de gemiddelde kosten aan elektriciteit voor een wasbeurt op 40 graden?

B) Wat kost een wasje op 90 graden ongeveer als je alle kosten bij elkaar neemt?

C) Slijt een wasmachine meer als hij op 90 graden wordt gebruikt?

Slide 46 - Slide

47) Doorstroming........ 
A) Hoeveel procent van de jongens stroomt door naar het praktijkonderwijs?


B) En hoeveel procent van de meisjes gaat naar het praktijkonderwijs?

C) Probeer eens een verklaring hiervoor te geven. Wat zou de reden kunnen zijn?

Slide 47 - Slide

48) Poen poen poen poen........ 
A) Jaap is 11 jaar oud.
Hoeveel zakgeld krijgt hij? 

Slide 48 - Slide

49) Lekker skiën
A) Welke lijn (kleur) geeft de verkoop van wintersport artikelen weer?

Slide 49 - Slide

1) 650
2) 1950000
3) 4 flessen 
4) 20m3
5) 616
6) 1600
7) 1/9
     1/4
8) m
9) 22,05
10) 1,97 
11) 475
12) 18
13) 80%
14) 15min
15) 7/10
    38/100 
    348/1000
16) 45L
17)  7,194
       3000
18) 250.000
19) 2M
20) 230
21) 1 op 8
22)  5m of
        500cm
23) 8,7
24)  2
       8 6/7
       0,350
25) 21:45
26) 24
27) 67,50
28)  6
29)  18,75
30)  6,02
31)  25%
32)  18m
33)  200
       12,5%
34)    16,6
      300
35)   3 3/5
         1 1/3
         7/8
         1  5/8
36)  6,67
37) 65%
38) 9
39) 60m3
40) 18
41) 30
42)  30%
43)  1,7
44) 600.000
45)1000
      mei/sept.
46) 15 cent
      1,25
      nee
47) 60%
       40%
       ?
48)  2,50
49)  groen
Antwoorden

Slide 50 - Slide

Nog even je werkboek en dan foto's!!
Maak nu (maximaal) 5 foto's van je antwoorden en stuur die via LessonUp naar mij toe.

Slide 51 - Open question