Via Vooraf thema 4 Hoofdstuk 1 moeilijke woorden

Thema 4 Wonen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4 Wonen

Slide 1 - Slide

Terugblik...
Waar gingen de luisteroefeningen over?

Slide 2 - Slide

Presentatie
Klassikaal: opdracht 1, quiz
Zelfstandig:  opdracht 3 blz. 107 + opdracht 4 blz.109

Slide 3 - Slide

Oefening
In groepjes ga je antwoord geven op de volgende quizvragen.

Eens kijken wat jullie al weten van het thema "wonen"..

Slide 4 - Slide

Wat betekent: huren
A
Iets tegen betaling lenen.
B
Je moet meteen alles betalen.
C
Je mag iets gratis lenen.

Slide 5 - Quiz

Een legitimatiebewijs is:
A
klantenkaart
B
schoolpasje
C
rijbewijs

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor pand is..
A
voertuigen
B
gebouw
C
woonplaats

Slide 7 - Quiz

Wat is privacy
A
Alleen kunnen zijn, zonder gestoord te worden.
B
Dat is een wet.
C
Ergens anders willen zijn.

Slide 8 - Quiz

Ik woon in de randstad betekent..
A
Ik woon in een dorp.
B
Ik woon in Nederland.
C
Ik woon in een grote stad.

Slide 9 - Quiz

Verwerking
Wat: opdracht 3 blz.107 + opdracht 4 blz. 109
Hoe: zelfstandig
Tijd: 1 lesuur
Resultaat: Je weet de betekenis van 5 moeilijke woorden
Klaar: Maak een tekening van één van de moeilijke woorden.

Slide 10 - Slide

Evaluatie
Productdoel: Je weet de betekenis van 5 moeilijke woorden


Procesdoel: 2.4 Ik ben gemotiveerd en toon een goede inzet.

6.2 Ik ben een behulpzame collega wanneer een ander het vraagt.

Slide 11 - Slide