This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
English
BK2A- Lesson 1+2 - 8/4-12/4
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
Reading
Uitleg film opdracht
Repeat grammar
work in your online workbook
New grammar - present perfect
Work in your online workbook
Slide 2 - Slide
Lezen
Pak je boek en ga 20 minuten lezen
Klaar? Zoek een opdracht uit om voor je leesdossier te maken.
timer
20:00
Slide 3 - Slide
Film opdracht
lees de handout
- Thema: Food
- Lengte - tussen de 1 en 1,5 minuut
-Script - minimaal 10 woorden dik gedrukt
-Deadline: woensdag 15 mei
Slide 4 - Slide
Repeat grammar
Hoe zat het ookal weer met de past simple?
Slide 5 - Slide
Past Simple:
Hoe maak je een zin in de past simple?
A
Persoon +werkwoord in de verleden tijd
B
Persoon +werkwoord in de tegenwoordige tijd
C
Persoon + to be+ werkwoord in de verleden tijd
D
Persoon +have/has + werkwoord in de verledentijd.
Slide 6 - Quiz
Past Simple:
Hoe maak je een vraagzin in de past simple?
A
Did+ persoon + werkwoord in de verleden tijd
B
Do/Does + persoon + werkwoord in de tegenwoordige tijd
C
Did+ persoon + werkwoord in de tegenwoordige tijd.
D
Have/Has + persoon +werkwoord in de verleden tijd.
Slide 7 - Quiz
Past Simple:
Hoe maak je een negative zin in de past simple?
A
Persoon +didn't +werkwoord in de verleden tijd
B
Persoon +didn't +werkwoord in de tegenwoordige tijd
C
Persoon +Haven't +werkwoord in de tegenwoordige tijd
D
Didn't +persoon +werkwoord in de tegenwoordige tijd
Slide 8 - Quiz
Welke zin staat er in de past simple?
A
He walked home last night
B
He walks home last night
C
He was walking home last night
D
He has walked home last night
Slide 9 - Quiz
Welke zin staat er in de past simple?
A
Did they played a game yesterday?
B
HasThey played a game yesterday?
C
Were They played a game yesterday?
D
Did They play a game yesterday?
Slide 10 - Quiz
Get to work
Ga naar het online werkboek
Magister- leermiddelen-EN-5.Humor - lesson 2
Maak oefening 18-20 en 24
Klaar? Begin alvast aan je script - bedenk waar je wil dat je filmpje over gaat, wat je wil gaan zeggen en welke woorden uit het boek je erin wilt hebben.
Slide 11 - Slide
Present Perfect
De present perfect gebruik je als er iets is gebeurt maar het niet belangrijk is wanneer dat gebeurt is.
Persoon+have/has+voltooid deelwoord
Regelmatige werkwoord = voltooiddeelwoord zelfde als verledentijd dus +ed
onregelmatigwerkwoord = verandert het werkwoord in de verledentijd - 3de in het rijtje van blz 162
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
I............................ fed the hamster.
A
have
B
has
Slide 14 - Quiz
They ..............written a text
A
have
B
has
Slide 15 - Quiz
Victoria ....................... read the newspaper.
A
have
B
has
Slide 16 - Quiz
Zet deze zin in de present perfect:
Lucy ........ in London all her life.
A
lived
B
have lived
C
has lived
D
lives
Slide 17 - Quiz
Zet deze zin in de present perfect: I .... ( to know) him all my life.
A
knew
B
have knew
C
have known
D
has knew
Slide 18 - Quiz
Zet deze zin in de present perfect: Rebecca .... (to go) bed.