Herhaling 8.3 + 8.4

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: Herhaling 8.3 + 8.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: Herhaling 8.3 + 8.4
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je spullen, maar laat je boek nog even dicht. 

Huiswerk controle

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
Aan het einde van les:
- heb je de theorie en begrippen van paragraaf 8.3 herhaalt. 
- heb je de theorie en begrippen van paragraaf 8.4 herhaalt.

Leergebiedoverstijgende doelen: 
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt, niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt. 
- Je kijkt het gemaakte werk na, verbetert waar nodig en benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je kant vertellen wat er nodig is om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof). 
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 

Slide 3 - Slide

Herhaling
Iedereen doet mee met de herhaling. 

We beginnen met paragraaf 8.3: Spanningen, conflicten, oorlogen

Slide 4 - Slide

Wie zat er achter de aanslagen van 11 september 2001?
A
Taliban
B
Al-Qaida
C
Osama bin Laden
D
Islamitische Staat

Slide 5 - Quiz

Was de oorlog tegen het terrorisme een oorzaak of een gevolg van de aanslagen op 11 september?
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 6 - Quiz

Sleep het juiste begrip naar de juiste betekenis
met geweld andere mensen bang maken om een bepaald doel te bereiken
oorlog tussen groepen binnen een land
burgeroorlog
terrorisme

Slide 7 - Drag question

Waartegen verzet de islamitische terreurorganisatie Al Qaida zich?
A
Tegen de verenigde staten
B
Tegen het christendom
C
Tegen de moderne westerse cultuur
D
Tegen blanke mensen

Slide 8 - Quiz

Waar worden de meeste terroristische aanslagen gepleegd?
A
Het Midden-Oosten
B
Het Westen
C
Het Oostblok

Slide 9 - Quiz

Door wie is de staat: Israël gesticht?
A
Palestijnen
B
De joden

Slide 10 - Quiz

Sinds wanneer houdt Israël de Westelijke Jordaanover, de Golanhoogten en Oost-Jeruzalem bezet?
A
1948
B
1967
C
1980
D
2001

Slide 11 - Quiz

Wie werkten volgens het Westen samen met de Al Qaida?
A
Palestijnen
B
Israël
C
De Taliban
D
De Islamitische Staat

Slide 12 - Quiz

Wie werd er in 2003 aangevallen door de Verenigde Staten?
A
Irak
B
Israël
C
Afghanistan

Slide 13 - Quiz

Door wie werd Irak in 2003 bestuurd?
A
Al Qaida
B
De Taliban
C
Saddam Hussein

Slide 14 - Quiz

Hoe lang duurde de burgeroorlog in Joegoeslavië?
A
2 jaar
B
4 jaar
C
6 jaar
D
10 jaar

Slide 15 - Quiz

Herhaling
Nu komt de herhaling van paragraaf 8.4: Van vroeger tot nu

Slide 16 - Slide

Je kunt de tijd indelen in perioden. Wat was de eerste periode?
A
prehistorie
B
oudheid
C
middeleeuwen
D
vroegmoderne tijd

Slide 17 - Quiz

Als je bij geschiedenis kijkt naar de middelen van bestaan, gebruik je niet de indeling van tijdvakken maar de indeling van ...
A
perioden
B
samenlevingen

Slide 18 - Quiz

Als je onderzoekt hoe de samenleving georganiseerd is, kun je kijken naar hoe mensen en wonen en naar de ... .

Welk woord moet op de puntjes komen te staan?

Slide 19 - Open question

Wat was GEEN bestaansmiddel van jager-verzamelaars?
A
Jagen
B
Verzamelen
C
Vissen
D
Landbouw

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het tijdvak van de Jagers-Verzamelaars?
A
Tijd van de Jagers en Boeren
B
Tijd van de Jagers-Verzamelaars
C
Tijd van de boeren

Slide 21 - Quiz

Jagers en verzamelaars leefden aan een rivier op een ... plaats
A
tijdelijke
B
vaste

Slide 22 - Quiz

Jagers en verzamelaars leefden aan een rivier op een ... plaats
A
tijdelijke
B
vaste

Slide 23 - Quiz

Wat hoort bij een landbouwsamenleving?
A
Nomaden
B
Rondtrekken
C
Graan verbouwen
D
Wilde bessen verzamelen

Slide 24 - Quiz

Rondtrekken hoort bij een landbouwsamenleving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Wat is een landbouwstedelijke samenleving
A
Een samenleving waarbij iedereen burger en boer is
B
Een samenleving waarbij mensen of boer zijn of soldaat
C
Een samenleving waarbij het platteland en de stad afhankelijk zijn van elkaar
D
Een samenleving waarbij de stad en platteland veel conflicten hebben

Slide 26 - Quiz

Wat is een industriële samenleving?
A
Er komen steeds meer steden bij.
B
Er zijn meer fabrieken dan mensen.
C
De meeste mensen leven in de stad.
D
De meeste mensen werken in fabrieken

Slide 27 - Quiz

Wat was een negatief gevolg van de komst van fabrieken?

Slide 28 - Open question

In welke periode valt de informatiesamenleving?
A
Oudheid
B
Middeleeuwen
C
Vroegmoderne tijd
D
Moderne tijd

Slide 29 - Quiz

Welke twee middelen van bestaan waren belangrijk bij de informatiesamenleving

Slide 30 - Open question

6. Zelfstandig werken
Heb je nog vragen of begrijp je iets niet, dan kun je deze nu stellen. 

Begrijp je alles, dan ga je de begrippen en/of de theorie van paragraaf 8.3 en 8.4 leren



Ben je klaar?
Dan ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 31 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?

- heb je de theorie en begrippen van paragraaf 8.3 herhaalt?
- heb je de theorie en begrippen van paragraaf 8.4 herhaalt?

Slide 32 - Slide

Huiswerk
Geen huiswerk

Slide 33 - Slide