OEFENTOETS VAKKENNIS 1.3

OEFENTOETS VAKKENNIS 1.3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ElectronicaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

OEFENTOETS VAKKENNIS 1.3

Slide 1 - Slide

Wat is overspanning?
A
Overspanning is een spanning die vele malen groter is dan de normale netspanning
B
Een lage spanning die op de netspanning komt te staan.
C
Een spanning die overstroomt
D
Dit is de netspanning die hoger is dan de overspanning.

Slide 2 - Quiz

Hoe kan overspanning kan ontstaan?
A
Gas explosie Bliksem Schakelen
B
Kern explosie Overspanning Gas explosie
C
Bliksem Schakelen Kern explosie
D
Gas explosie Kern explosie Schakelen

Slide 3 - Quiz

Noem een schakelverschijnsel die een overspanning als gevolg kunnen hebben?
A
In en uit schakelen van motoren
B
Het uitschakelen van het licht.
C
Strijken
D
Kan spontaan ontstaan.

Slide 4 - Quiz

Wat is waar?
A
Door een inslag verdampen alle boomsappen uit een boom
B
De bliksem gaat via de buitenkant van de boom.
C
Tijdens het onweer kun je goed schuilen onder een boom
D
Bliksem zoekt altijd een dak op om in te slaan

Slide 5 - Quiz

In de NEN 1010 wordt gesproken over overspanningsbeveiligingen.
Hoeveel kV is staat er bij een Grof-beveiliging?
A
4kV
B
6kV
C
2,5kV
D
1kV

Slide 6 - Quiz

VUL IN-Blikseminslag:
..........inslag komt veel vaker voor. Deze slaan niet in op gebouwen, maar in de omgeving van gebouwen. Daardoor ontstaan overspanningen op geleiders die zich in de omgeving bevinden.
A
Directe
B
Diffuus
C
Indirecte
D
Direct Diffuus

Slide 7 - Quiz

Zie afbeelding;
Onder welke overspanning (groep)valt deze.
A
Grofbeveiling
B
Fijnbeveiliging
C
Middelbeveiling
D
Onderbeveiling

Slide 8 - Quiz

Stoothoudspanningcategorie 1(beveiliging)
Welke vallen hieronder?
A
Computers & elektronische toestellen
B
Schakel- en verdeelinrichtingen , schakelaars & Leidingsystemen
C
Kwh-meters Primaire beveiligingsapparatuur
D
Meterkasten, Schakelaars

Slide 9 - Quiz

Welke gereedschappen gebruiken we voor het monteren van UTP-kabel
A
Striptang, combinatietang
B
Draadstripper, Draadopzettang (dogger)
C
Kruiskopschroevendraaier & zijkniptang
D
Rondbektang & draadstripper

Slide 10 - Quiz

Wat is een UTP-kabel?
A
Ethernet kabel
B
Internet kabel
C
Verbinding tussen computer en router of switch
D
Kabel voor een Universal Touch Pad

Slide 11 - Quiz

Welke UTP codering wordt het meest gebruikt in Europa?

A
Codering A
B
Codering B
C
Codering C
D
Geen van allen

Slide 12 - Quiz


Waar wordt dit gereedschap voor gebruikt?
A
Kabelstripper UTP
B
Om YMVK te strippen
C
Xmvk-as te bewerken
D
Perstang voor RJ45

Slide 13 - Quiz

Er zijn twee soorten Brandmeldinstallaties.
Welke?
A
Een halfweg systeem & Compleet gesloten systeem.
B
Open systeem & mini systeem.
C
Mini systeem & halfweg systeem
D
Compleet gesloten systeem & open systeem.

Slide 14 - Quiz

Op welke spanning wordt een brandmeldsysteem meestal gebruikt?
A
24 Volt gelijkspanning
B
24 Volt wisselspanning
C
12 Volt gelijkspanning
D
12 Volt wisselspanning

Slide 15 - Quiz

Welke soort melder (brand) test de monteur op de foto?
A
Dit is geen melder
B
Rookmelder.
C
Handbrandmelder
D
Microfoonmelder

Slide 16 - Quiz

Welke soort rookmelders staan juist weergeven?
A
Thermische melder, vlammenmelder, optische melder & lineaire rookmelders.
B
Thermische melder, inductieve melder, capacitieve melder & lineaire rookmelders.
C
Vlammen melder, inductieve melder, capacitieve melder & lineaire rookmelders.
D
Geen van allen is juist.

Slide 17 - Quiz

Wat melder staat hier afgebeeld?
A
Handbrandmelder
B
Inductieve melder
C
Slowwhoop
D
Geen van allen is juist.

Slide 18 - Quiz

Zie afbeelding. Voor welke spanning wordt deze CEE gebruikt?
A
230 Volt (DC)
B
24 Volt (AC)
C
400 Volt (AC)
D
12 (DC)

Slide 19 - Quiz

Zie afbeelding. Wat voor kabel is dit?
A
Wandkabel zwakstroom
B
Xmvk
C
XMVK-as
D
Ymvk

Slide 20 - Quiz