Laatste les (cluster dinsdag)

Telefoon in telefoontas 
Als de timer is afgelopen heb je...

  • Tas op de grond
  • Telefoon in de telefoontas

timer
3:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Telefoon in telefoontas 
Als de timer is afgelopen heb je...

  • Tas op de grond
  • Telefoon in de telefoontas

timer
3:00

Slide 1 - Slide


Vandaag
- Toetsweek stof = H1, H2, H3
- Herhalen H1, H2, H3

Slide 2 - Slide


Vandaag
SE: H1, H2, H3. 
(telt 10% voor je Schoolexamencijfer + herkansbaar). 
Toets 120 min
Eigen atlas meenemen mag niet, leggen we voorr je klaar.
Toetsweek stof

Slide 3 - Slide

Deze les: examentraining
 
Actieve inzet = beter weten hoe je moet scoren voor je SE (toetsweek) 

SE = 10% van je Schoolexamencijfer 

Slide 4 - Slide

Paar algemene tips..

Slide 5 - Slide

Examen Aardrijkskunde 

Slide 6 - Slide

Opbouw CSE
  • Opgave 1 - Wereld
  • Opgave 2 - Wereld
  • Opgave 3 - Aarde (klimaten)
  • Opgave 4 - Aarde (Endogene en Exogene processen)
  • Opgave 5 - Brazilië (sociale geografie)
  • Opgave 6 - Brazilië (fysische geografie)
  • Opgave 7 - Leefomgeving (rivieren) 
  • Opgave 8 - Leefomgeving (stad)
= H1
= H2
= H3

Slide 7 - Slide

Domeinen:

Slide 8 - Slide

Algemene tips
  • Kijk het examen eerst rustig door om een beeld te krijgen 
  • Weet je een vraag niet/duurt het te lang, overslaan en ruimte open laten (examen moet in juiste volgorde gemaakt worden! 
  • Bekijk niet alleen de bron, let ook op titel, gebied, jaar, soort cijfers etc 

Slide 9 - Slide

Algemeen stappenplan
  1. Check hoeveel punten de vraag waard is
  2. Lees vraag, onderstreep, markeer de belangrijke woorden
  3. Lees bron, onderstreep/markeer belangrijke woorden/zinnen)
  4. Herhaal de vraag in je antwoord
  5. Controleer of je volledig antwoord hebt gegeven op de vraag)

Slide 10 - Slide

Vraagvormen in het SE Aardrijkskunde 


STANDAARDFORMULERINGEN

Leer deze standaardformuleringen te herkennen zodat in je examen weet wat er van je wordt verwacht

Slide 11 - Slide

Standaardformuleringen
Geef
Geef aan
Leg uit
Beredeneer
Beschrijf
Beargumenteer

}
zelfde strategie

Slide 12 - Slide

GEEF

Slide 13 - Slide

GEEF 
— een kenmerk
— een voorbeeld
— een reden / oorzaak
— een effect / gevolg
— een voordeel / nadeel
— een verschil / overeenkomst
— een argument / argumentatie

Slide 14 - Slide

GEEF is vaak COMBI
Combi met geografische werkwijzen:
• Dimensies: Geef een economisch gevolg van …
• Schaal: Geef een effect op mondiale schaal

Slide 15 - Slide

Welke dimensies gebruiken we bij aardrijkskunde?

Slide 16 - Slide

DIMENSIE
=
INVALSHOEK
  • fysische geografische dimensie
  • politieke dimensie
  • economische dimensie
  • demografische dimensie
  • sociaal-culturele dimensie
Terug te vinden achterin opdrachtenboek Buitenland

Slide 17 - Slide

GEEF AAN

Slide 18 - Slide

GEEF AAN 
Geef aan
— met welk begrip dit verschijnsel wordt aangeduid
— waarom dit verschijnsel in dat gebied wel / niet voorkomt

Steeds twee handelingen:
— duiden, noemen, kiezen, bepalen
— verklaren, beredeneren

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Havo 2016-2, vraag 19:
Gebruik de atlas.
In vrijwel heel Indonesië komen tropische regenklimaten (A-klimaten) voor.
Geef aan
  • welk hoofdklimaat nog meer voorkomt in Indonesië;
  • wat de oorzaak is van het voorkomen van dat andere hoofdklimaat.

Slide 20 - Slide

Leg uit / Beredeneer

Slide 21 - Slide

Standaardvormen
1. De aan- of afwezigheid van een verschijnsel in een gebied en/of
tijd uitleggen / beredeneren.

2. Het ontstaan van een verschijnsel uitleggen / beredeneren (als
gevolg van een ander verschijnsel)

3. Het effect of de bijdrage van een verschijnsel op / aan een ander
verschijnsel uitleggen / beredeneren.

Slide 22 - Slide

Schrijfkaders voor Leg uit, Beredeneer 

Leg uit dat X hier voorkomt 
. . . . . . . . . (oorzaak), = 1p
waardoor . . . . . . . . . . . (gevolg) = 1p
(en dus X hier voorkomt) = 0p

Leg uit / Beredeneer dat X bijdraagt aan / van invloed is op Y
Door X . . . . . . . . . (oorzaak / situatie), = 1p
waardoor / zodat . . . . . . . . . . (gevolg / conclusie) = 1p
(en dus Y beïnvloedt) = 0p

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Tekst

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Samengevat

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Leren in stilte (oefentoets maken zelfstandig leren)
timer
50:00

Slide 39 - Slide