C5 Wat weten wij er nu van?

C5 Wat weten wij er nu van?
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

C5 Wat weten wij er nu van?

Slide 1 - Slide

Geneesmiddelen zijn stoffen die gestemd zijn om te worden gebruikt voor

Slide 2 - Open question

Welke 5 toepassingsgebieden van een geneesmiddel zijn er?

Slide 3 - Open question

Als je buikpijn krijgt van een geneesmiddel dan is dat een
A
indicatie
B
contra-indicatie
C
bijwerking
D
interactie

Slide 4 - Quiz

Wat betekent interactie?

Slide 5 - Open question

Wat is het gevolg van een enzym dat geneesmiddelen te snel afbreekt
A
Het geneesmiddel wordt giftig
B
Het geneesmiddel werkt niet
C
Het geneesmiddel werkt heel snel

Slide 6 - Quiz

Iemand gebruikt 3 keer per dag 1000mg paracetamol. Wat is dan de dosis?
A
1000mg
B
3 keer
C
3000mg

Slide 7 - Quiz

Hoeveel tabletten mag je meegeven als je 1x per dag 40 omeprazol chronisch moet gebruiken?
A
30
B
60
C
90
D
120

Slide 8 - Quiz

Leg uit wat generieke naamgeving van een geneesmiddel is

Slide 9 - Open question

Welke speciale regels zijn er voor een Opiumwet recept?

Slide 10 - Open question

Welke geneesmiddelgroepen kun je geven bij hypertensie (4)

Slide 11 - Open question

Hoe werkt een diurecticum?

Slide 12 - Open question

Lisinopril is een voorbeeld van een
A
ACE-remmer
B
Betablokker
C
Calciumantagonist
D
Diureticum

Slide 13 - Quiz

Wat doet een ACE-remmer

Slide 14 - Open question

Bij werke aandoening worden hartglycosiden gegeven?
A
Hypertensie
B
Hartinfarct
C
Hartritmestoornis
D
Angina pectoris

Slide 15 - Quiz

Wat is de opstart medicatie bij een hartinfarct?

Slide 16 - Open question

Welke groep geneesmiddelen zorgt ervoor dat hart minder krachtig samentrekt?
A
ACE-remmer
B
Betablokker
C
Calciumantagonist
D
Diureticum

Slide 17 - Quiz

Van welke groep geneesmiddelen eindigt de naam op -LOL

Slide 18 - Open question

Hoe werkt simvastatine

Slide 19 - Open question

Hoe noemen we de groep geneesmiddelen die de aanmaak van cholesterol remmen?

Slide 20 - Open question

Wat is een veel gemelde bijwerking van statines?

Slide 21 - Open question

Welke statines zijn er nog meer naast de simvastatine?

Slide 22 - Open question

Acetylsalicylzuur is een
A
Vitamine K antagonist
B
Trombocytenaggregatie remmer
C
Heparine
D
Directe orale anticoagulans

Slide 23 - Quiz

Hoe werken de direct werkende orale anti-coagulantia?

Slide 24 - Open question

Wat is de eerste keus AB bij een ongecompliceerde UWI bij een gezonde niet zwangere vrouw ouder dan 12 jaar?

Slide 25 - Open question

Wat is enuresis nocturna?

Slide 26 - Open question

Wat is de behandeling bij enuresis nocturna?

Slide 27 - Open question

Hoe heet de aandoening waarbij iemand bij druk verhogende momenten de urine niet op kan houden?

Slide 28 - Open question

Welke niet-medicamenteuze behandelingen zijn er bij impotentie?

Slide 29 - Open question

Welke 3 soorten inhalatiemiddelen zijn er?

Slide 30 - Open question

Salbutamol is een
A
Luchtwegverwijder
B
Corticosteroïd
C
Combinatie preparaat

Slide 31 - Quiz

Na inhalatie salbutamol moet de mond spoelen. Dit is ter voorkoming van
A
cariës
B
heesheid
C
mondschimmel

Slide 32 - Quiz

Wat is een bekende bijwerking van inhalatiecorticosteroïden?

Slide 33 - Open question

Formoterol is een
A
luchtwegverwijder
B
combinatiepreparaat
C
Corticosteroïd

Slide 34 - Quiz

Seretide is een
A
Luchtwegverwijder
B
combinatiepreparaat
C
Corticosteroïd

Slide 35 - Quiz

Wat is een allergie

Slide 36 - Open question

Welke geneesmiddelengroep zorgt ervoor dat histamine geen effect heeft?

Slide 37 - Open question

Hooikoorts is een type... allergie
A
I
B
II
C
III
D
IV

Slide 38 - Quiz

Leg uit wat een anafylactische shock is

Slide 39 - Open question

Welke twee geneesmiddelen worden gegeven bij allergische shock

Slide 40 - Open question

kkjkk

Slide 41 - Open question