3vg 2.2 communisme fascisme

2.2 Fascisme en communisme
de opkomst van totalitaire systemen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

2.2 Fascisme en communisme
de opkomst van totalitaire systemen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les weet je
  • hoe de politieke situatie van Italië was na WO 1
  • wat het fascisme is
  •  Hoe Mussolini aan de macht kon komen in Italië

Slide 2 - Slide

Personen uit de paragraaf
Benito Mussolini
Italiaanse minister-president 1922 - 1943
(fascistisch)
Jozef Stalin
Dictator van de Sovjet-Unie
1924 - 1953†
(communistisch)

Slide 3 - Slide

Italië na WO1
Italië verkeerde in chaos:
  • werkloosheid
  • frustratie 
  • vrees voor communisme

Slide 4 - Slide


Benito Mussolini

Deze chaos zorgde ervoor dat de nationalist Mussolini zijn fascistische beweging oprichtte.
Doel: zo groot worden als het Romeinse Rijk --> mare nostrum 


Slide 5 - Slide

Fascisme
= ideologie die zich  verzet tegen democratie en alles wat
daarbij hoort.
  • 1 sterke leider: il duce 
  • 1 partij
  • sterk nationalistisch 
  • verheerlijking van geweld
  • traditionele rolpatronen man-vrouw
  • gaat uit van ongelijkheid (sociaal darwinisme)

Slide 6 - Slide

De mars op Rome 
= een staatsgreep van Mussolini in 1922
De Italiaanse regering durfde zich niet te verzetten en trad af. 
Italië werd een totalitaire dictatuur

Slide 7 - Slide

Totalitaire ideologie
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

Totalitaire ideologie:
Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij die de macht heeft door middel van indoctrinatie


Slide 8 - Slide

Totalitaire ideologie
  1. één leider  
  2. extreem nationalistisch
  3. de staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat

Hoe?
- censuur
- propaganda
- geweld en terreur 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Video

Waarbij kan het fascisme worden ingedeeld?
A
confessionelen
B
extreemlinks
C
liberalisme
D
extreemrechts

Slide 17 - Quiz

Schrijf 3 kenmerken van het fascisme op.

Slide 18 - Open question

Waarom Fascisme?
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

2.2 Fascisme en communisme
de opkomst van totalitaire systemen

Slide 21 - Slide

Leerdoelen:
aan het einde van deze les weet je:
- Wat het communisme inhield na de Russische Revolutie in de Sovjet-Unie
- Waarvoor de NEP werd gebruikt

Slide 22 - Slide

Wat houdt totalitarisme ook alweer in?Noem minimaal 2 kenmerken

Slide 23 - Open question

Communisme
- bedrijven zijn eigendom van de staat 
- boeren moesten productie afstaan aan de staat
- alle producten en diensten worden door de staat verdeeld. 
- er is een klasseloze samenleving: iedereen is gelijk.
 

Slide 24 - Slide

Communisme
--> gevolg: hongersnood
  

Oplossing van Lenin: de Nieuwe Economische Politiek (NEP): kleine particuliere bedrijven zijn toegestaan en boeren mochten weer een deel van hun productie verkopen.

Slide 25 - Slide

Stalin
Opvolger van Lenin
Doel: De Sovjet-Unie een industriële supermacht maken.

Slide 26 - Slide

Stalin aan de macht: maatregelen
1. Planeconomie: een vastliggend plan voor 5 jaar 
--> volledige industrialisatie van de Sovjet-Unie
er lag precies vast hoeveel er werd geproduceerd

Slide 27 - Slide

Stalin aan de macht: maatregelen
2. Collectivisatie (= alles wordt gemeenschappelijk eigendom)
kleine boerenbedrijfjes werden afgeschaft om plaats te maken voor enorme ondernemingen. 

Slide 28 - Slide

Stalin aan de macht: maatregelen
3. kolchozen = grote landbouwbedrijven. 
boeren moesten op dit land werken en hun oogst aan de staat geven. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Stalin aan de macht: maatregelen
4. moord en terreur op de koelakken: rijke boeren 
werden vermoord of vervoerd naar strafkampen: goelags

Slide 31 - Slide

Stalin aan de macht: maatregelen
5. propaganda en stalinisme 
verheerlijking van Stalin 
zuivering binnen de communistische partij 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Opdracht 
Wat: zoek 3 propaganda posters van Stalin en schrijf bij elke de mening van de tekenaar, welke boodschap de tekenaar wilde overbrengen en op welke manier dit wordt bereikt. 
Hoe: tweetallen, op je iPad
Tijd: 15 minuten

Klaar? inleveren op ELO en verder met huiswerk (zie ELO)

Slide 41 - Slide