This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Les 4: Voeding
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Uitleg Voeding
Dieren Voeren
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les:
Weet je wat een planteneter, alleseter en vleeseter is
Weet je welke dieren bij welke groep horen
Weet je hoeveel voer je een dier moet geven
Kan je netjes en correct de dieren voeren
Slide 3 - Slide
Voeding
Verschillende dieren --> verschillende soorten voedsel
Gebit:
Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Slide 4 - Slide
Planteneter (herbivoor)
Snijtanden
Kiezen om te malen
Slide 5 - Slide
Kan je nog een dier noemen die bij deze groep hoort?
Slide 6 - Open question
Vleeseter (carnivoor)
Scherpe hoektanden
Kiezen om te knippen
Slide 7 - Slide
Alleseter (omnivoor)
Hoektanden en snijtanden
Kiezen om te vermalen
Slide 8 - Slide
Dit dier is een herbivoor:
A
Kat
B
Cavia
C
Varken
D
Merel
Slide 9 - Quiz
Verschillende kiezen
Slide 10 - Slide
Welk dier heeft een plooikies?
A
Koe
B
Varken
C
Kip
D
Hond
Slide 11 - Quiz
Waar gebruikt een dier een plooikies voor?
A
Om te knippen
B
Om te vermalen
C
Om af te bijten
D
Geen functie
Slide 12 - Quiz
Welk dier heeft een knipkies?
A
Herbivoor
B
Omnivoor
C
Carnivoor
D
Omnivoor + carnivoor
Slide 13 - Quiz
Planten, vlees en alleseters
https://www.youtube.com/watch?v=8wJ1InpJ3wo
10 min.
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Soorten voer
Ruwvoer
- komt rechtstreeks van planten
Mengvoer
- komt uit de fabriek
(brokjes)
Slide 15 - Slide
Hoeveel heeft een dier nodig?
Grootte
Gewicht
Energieverbruik
Slide 16 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten op je werkblad
Slide 17 - Slide
Opdrachten
Opdracht 1: Dieren in Nederland
In Nederland leven een heleboel dieren in het wild. Groot en klein. Maar een tijger of neushoorn zul je hier niet tegenkomen in het bos. Welke dieren leven er dan wel in Nederland?
Ga op zoek naar minstens 20 diersoorten die in Nederland in het wild leven.
Slide 18 - Slide
Opdrachten
Jullie hebben net geleerd wat een herbivoor, carnivoor en een omnivoor is.
Maak nu drie kleine collages. Eén over herbivoren, één over carnivoren en één over omnivoren. Zet de 20 gevonden diersoorten in de goede kolom.